Bewegen helpt het risico op borstkanker na de overgang verlagen. Zelfs wandelen heeft al een positief effect, zo blijkt uit onderzoek van de American Cancer Society.
De onderzoekers volgden 17 jaar lang ruim 73.000 vrouwen van 50 tot 74 jaar. Tussen 1997 en 2009 vulden ze elke 2 jaar dezelfde vragenlijst in. Van de deelnemers kregen er 4.760 de diagnose borstkanker.
Ongeveer één op de tien vrouwen bewoog helemaal niet. De actieve vrouwen hielden zich voornamelijk bezig met matig intensieve vormen van beweging, zoals wandelen, fietsen, aerobics en dansen en minder met intensieve sporten zoals zwemmen, hardlopen en tennis. Vrouwen die regelmatig bewogen, waren over het algemeen slanker, dronken vaker alcohol, maar rookten minder vaak. Ook gebruikten ze vaker hormoonbehandelingen voor vrouwen na de overgang en hadden ze vaker in het afgelopen jaar een mammogram laten maken.
Verband bewegen en kanker
47 procent van de deelnemers gaf aan dat hun enige beweging bestond uit wandelen. Vrouwen die dat minstens 7 uur in de week deden, bleken 14 procent minder risico op borstkanker te hebben dan vrouwen die wekelijks 3 uur of minder wandelden. De actiefste vrouwen liepen 25 procent minder risico op borstkanker dan de minst actieve deelnemers.
"Onze resultaten ondersteunen duidelijk een verband tussen bewegen en borstkanker na de overgang, waarbij flink bewegen een sterker effect heeft. Zonder enige andere fysieke activiteiten verlaagt elke dag een uur wandelen het risico op borstkanker. Meer inspanning en langer bewegen, verlaagt het risico nog meer", zegt Alpa Patel.
De resultaten van het onderzoek verschenen in Cancer Epidemiology, Biomarkers, and Prevention.
- Medical Xpress