GRONINGEN - Patiënten die na een niertransplantatie veel bewegen, hebben een betere levensverwachting dan patiënten die dat niet doen. Dat concluderen onderzoekers van het Universitair Medisch Centrum Groningen.
Het is voor het eerst dat onderzoekers hebben aangetoond dat patiënten na een niertransplantatie langer overleven als zij meer bewegen.
Keerpunt in het leven
Een transplantatie is een belangrijk en positief keerpunt in het leven van nierpatiënten. Vaak hebben zij voor de transplantatie een periode gehad waarin ze een slechte nierfunctie hadden en/of gedialyseerd moesten worden.
Lusteloosheid en onvermogen tot het leveren van lichamelijke inspanning zijn vaak voorkomende klachten voorafgaand aan een transplantatie.
Leefstijl
Tot nu toe was er weinig aandacht voor het verbeteren van de leefstijl na de niertransplantatie. Patiënten blijven vaak hangen in oude eetpatronen en inactiviteit. Hierdoor komen mensen na transplantatie vaak kilo’s aan.
Dorien Zelle en haar collega’s van de afdelingen Nefrologie en Epidemiologie van het UMCG onderzochten de gezondheid van 540 patiënten die een niertransplantatie kregen tussen 2001 en 2003.
Beweging
Met behulp van vragenlijsten brachten zij in kaart hoeveel lichamelijke activiteit deze patiënten kregen. Vergeleken met richtlijnen voor de dagelijkse hoeveelheid beweging, voldeden 260 patiënten hier niet aan en waren 79 van hen zelfs helemaal inactief.
Gedurende de studieperiode, die eindigde in augustus 2007, stierven 81 patiënten. Hiervan stierven er 37 aan hart- en vaatziekten. De onderzoekers vonden een samenhang tussen de hoeveelheid beweging en de kans op overlijden.
De resultaten van het onderzoek zijn gepubliceerd in het tijdschrift Clinical Journal of the American Society Nephrology.
- UMCG