Meer zicht op zien van contrast

Getty Images

AMSTERDAM - Het zien van verschillen tussen zwart, wit en grijstinten, contrast, is een voorwaarde om goed te zien. Het mechanisme hierachter was echter onbekend. Een eiwit in het netvlies, connexine, speelt hierin een belangrijke rol, blijkt nu.

Onderzoekers van het AMC en het NIN (Nederlands Instituut voor Neurowetenschappen) ontdekten dat zebravissen die het eiwit connexine missen, grijstinten minder goed van elkaar kunnen onderscheiden dan gewone zebravissen.

Contrast
Licht dat in het oog valt wordt omgezet in elektrische signalen, die vervolgens naar de hersenen gaan. Ons brein gebruikt verschillen tussen licht en donker (contrast) om het belang van voorwerpen in het blikveld te bepalen. Veel contrast (bijvoorbeeld een zwarte tekst op wit papier) trekt veel visuele aandacht, dicht bij elkaar liggende grijstinten veel minder.

Doorgeefluikjes
Lichtgevoelige cellen (staafjes en kegeltjes) geven signalen af aan andere cellen in het netvlies, waaronder de zogeheten horizontale cellen. Deze cellen spelen een belangrijke rol in het waarnemen van contrasten, en daardoor in het selecteren van informatie. Dat doen ze door met elkaar te 'praten' via hemikanalen: minuscule doorgeefluikjes in het celmembraan die zijn opgebouwd uit connexines.

Hemikanalen kunnen open of dicht staan. In geopende toestand laten ze kleine moleculen door. Tot nu toe gingen wetenschappers ervan uit dat zo’n uitwisseling van moleculen alleen kan plaatsvinden als twee hemikanalen in naast elkaar gelegen cellen met elkaar verbonden zijn tot een gap junction. Er ontstaat zo een verbinding, een 'kanaal', waardoor moleculen zich van de ene naar de andere cel kunnen bewegen.

Netvlies
De onderzoeksgroep van Maarten Kamermans heeft nu echter ontdekt dat een horizontale cel óók berichten kan versturen via hemikanalen die géén gap junction vormen. Dit werpt nieuw licht op de waarneming van contrast maar ook, meer in het algemeen, op de verschillende manieren waarop zenuwcellen met elkaar communiceren.

Op termijn kan deze vinding wellicht bijdragen aan herstel of reparatie van het netvlies van patiënten met bepaalde oogziekten. Kamermans: "Als we ooit een netvliesprothese willen maken is eerst veel fundamenteel onderzoek nodig – we moeten immers precies weten wat er in het oog gebeurt. Met dit onderzoek hebben we een belangrijke stap in de goede richting gezet."

Bron 
  • AMC