DEN HAAG - In 2010 zat op een doorsnee dag bijna de helft van de 75-plussers thuis. Vooral lichamelijke beperkingen verhinderden hen om het huis uit te gaan. Dit blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek.
In 2010 ging op een gemiddelde dag zo’n 80 procent van alle Nederlanders de deur uit voor werk, boodschappen of visite. Van de 75-plussers was dat ruim de helft. Lichamelijke beperkingen zijn voor bijna 15 procent van de 75-plussers de reden om thuis te blijven.
Ook de weersomstandigheden spelen een relatief belangrijke rol. Van de 75-plussers bleven er in 2010 ruim vijf keer zo veel thuis vanwege het weer als van de mensen onder de 75.
Begeleiding
Als 75-plussers wel op pad gaan, gaat in bijna een kwart van de gevallen iemand met ze mee. Hoe ouder de persoon, hoe vaker dat gebeurt. 75- tot 80-jarigen verplaatsen zich in 22 procent van de gevallen onder begeleiding, tegen bijna 27 procent van de 80-plussers.
Dit verschil is vooral terug te vinden bij de vrouwen. Tussen de 75 en 80 jaar werden mannen en vrouwen even vaak begeleid, terwijl onder de 80-plussers begeleiding vaker voorkwam bij vrouwen dan bij mannen. Dit kan komen doordat vrouwen in deze leeftijdsgroep zich minder gezond en veilig voelen.
Lopen of fietsen
Wanneer er iemand meegaat, gebeurt dat bijna zeven van de tien keer met de auto. Meestal zit de 75-plusser dan op de bijrijderstoel. Zelfstandig reizend namen 75-plussers in 2010 slechts 35 procent van de keren de auto. Ze gaan vaker lopend of op de fiets op pad.
- CBS