Virus van de pokkenfamilie
Waterwratjes komen vooral voor bij peuters. Onder de okseltjes, de romp, op armpjes en beentjes. Kinderen hebben er meestal zelf niet zoveel last van. Maar waar komen die bultjes ineens vandaan? En kom je er ooit nog vanaf?
Waterwratjes (mollusca contagiosa), ook wel bolhoedwratjes genoemd, worden veroorzaakt door een virusinfectie. Ze zien er anders uit dan gewone wratten. Ze worden dan ook veroorzaakt door een ander virus, namelijk een pokkenvirus genaamd molluscum contagiosumvirus.
Virus in huidcellen
Na besmetting nestelt het virus zich in huidcellen. Het stookt die cellen op om te groeien - vandaar de bultjes - en om stofjes te maken die het afweersysteem tegen virussen op het verkeerde been moeten zetten.
Door alle trucs en listen van het virus, kan het maanden duren voordat het afweersysteem van het kind er raad mee weet. Maar heeft het afweersysteem het door, dan zijn alle bultjes binnen een paar weken als sneeuw voor de zon verdwenen. Dit is meestal het geval na tussen de 6-12 maanden.[ITEMADVERTORIAL]
Besmettingsgevaar inperken
Huis- en huidartsen doen daarom het liefst niets aan waterwratjes. De ervaring leert dat het weghalen van de bultjes pijn doet en meer kans geeft op littekens. Bovendien kunnen de wratjes terug blijven komen, zolang het afweersysteem van het kind nog niet klaar is met het virus.
Zolang het bij gave zachtroze bultjes blijft, hoeven ook ouders er niets aan te doen. Behalve misschien het besmettingsgevaar een beetje inperken. Het kan een idee zijn om de kinderen niet met dezelfde handdoek af te drogen. Maar de eerlijkheid gebied te zeggen dat de kans op succes vrij klein is.
Als ouders of andere kinderen gevoelig zijn voor het virus, zal het zich binnen het gezin waarschijnlijk verspreiden. Vooral kinderen onder de vijf jaar krijgen waterwratjes, maar soms zijn ook de ouders de klos. Mocht je je heel erg aan waterwratjes storen, dan zijn er bij drogist en apotheek wel enkele zelfzorgmiddelen te koop.
Zelfbesmetting voorkomen
Wel is het zinnig om zelfbesmetting zo veel mogelijk te voorkomen. Want het virus kan door krabben ook naar andere plekken op het lijf worden overgebracht.
Vooral kinderen met een kwetsbare huid - bijvoorbeeld door eczeem - krijgen gemakkelijk meer waterwratjes. Doordat de huid al een beetje stuk is, dringt het virus gemakkelijker door. Dus, handen wassen en niet krabben!
De GGD raadt vaak aan om opengekrabde bultjes schoon te maken met jodium of in te smeren met betadinezalf en af te dekken met een pleister. Hierdoor voorkom je dat er ook nog bacteriën in de bultjes komen. Dan komt er namelijk een ontstekingsreactie op gang en worden de bultjes dik, rood en pijnlijk, en kunnen er korsten ontstaan. Hoewel er dan bacteriën in het spel zijn, schrijven huisartsen maar zelden antibiotica voor. Ontsmetten en afdekken met jodium doet de meeste infecties wel de das om.