Hoe kom je aan je energie tijdens het bewegen?
Geen fut hebben om te sporten, een veelgebruikt excuus. Ons lichaam heeft inderdaad energie nodig voor beweging, maar energie is altijd aanwezig. En daarbij... Ons lichaam kan ook altijd energie aanmaken.
Het lichaam heeft altijd energie nodig, ook als je de hele dag op bed ligt. Maar een groot deel van de dag zijn we niet in rust. Bij elke beweging trekken een of meerdere skeletspieren samen. Die spieren halen energie uit ons lichaam met behulp van verschillende energiesystemen.
Energie
Alle cellen in ons lichaam hebben direct energie beschikbaar in energierijke fosfaatverbindingen: ATP (adenosin-trifosfaat). Van de hoeveelheid ATP rond een spiervezel kan de spier maar een paar seconde samentrekken. Daarom bevat een spiercel nog een tweede energierijke fosfaatverbinding: creatinefosfaat (CP).
Energiesystemen
Als je begint met bewegen, of het nou lopen, fietsen of zwemmen is, zal het de eerste minuten moeizaam gaan. Opstarten kost namelijk extra brandstof: het vrijmaken van energie kost zelf al veel energie. Om te zorgen dat er altijd ATP beschikbaar is, heeft het lichaam drie energiesystemen ter beschikking: de fosfaatpool, het melkzuursysteem en het zuurstofsysteem.
Fosfaatpool
De eerste fase van het bewegen maakt gebruik van de fosfaatpool. Dit zijn de voorraden ATP en CP rond een spiercel. Samen is dit voldoende voor ongeveer 20 tot 30 seconden lichte en 10 seconden maximale inspanning van een spier. Voor de werking van de fosfaatpool is geen zuurstof nodig en er komt ook geen melkzuur vrij, daarom wordt dit ook wel het anaërobe a-lactische systeem genoemd.
Melkzuursysteem
Na een tiental seconden schakelt het lichaam over op het melkzuursysteem (anaëroob lactisch systeem). Dit systeem heeft wat seconden nodig om op gang te komen, maar tegen de tijd dat de voorraden ATP en CP verbruikt zijn is het systeem goed op gang. Bij lichte inspanning bereikt het systeem na ongeveer 45 seconden zijn maximum. Na ongeveer twee minuten is het systeem uitgeput.
De naam melkzuursysteem komt van de bij dit systeem gevormde melkzuur. Dit is een restproduct van een verbrandingsproces zonder (voldoende) zuurstof. Ophopingen van het melkzuur zorgen voor spierpijn.
Zuurstofsysteem
Vanaf het eerste moment van inspanning wordt het zuurstofsysteem (aërobe systeem) al ingezet, maar het duurt even voordat dit systeem op volle toeren draait. Bij de start van een beweging is er namelijk onvoldoende zuurstof in het lichaam aanwezig, om aan de gestegen vraag naar energie te voldoen. Het hart en de longen hebben zeker twee tot drie minuten nodig om op gang te komen.
Als je een sprint inzet of de intensiteit van een training verhoogt, start de cyclus opnieuw. Het lichaam heeft dan niet voldoende aan de energie uit het aërobe (zuurstof) systeem en zal opnieuw energie vrij moeten maken uit de anaërobe sytemen.
Training
De verschillende energiesystemen zijn ook het uitgangspunt van de verschillende trainingsmethodes. Daarbij beïnvloedt training ook weer de spiercellen, waardoor een hogere energieproductie mogelijk is. Van regelmatig bewegen krijg je dus nog meer energie. En dan is ‘geen fut’ helemaal geen excuus meer!