Tonsillitis
Een verkoudheid heeft je kind in de winter gauw te pakken. Ook een keelontsteking is een typisch winterkwaaltje. Hoe krijgen kinderen het en wat kun je eraan doen?
Symptomen en oorzaken keelontsteking bij kinderen
Heeft je kind een keelontsteking, dan heeft het last van een pijnlijke keel bij het slikken en praten. Vaak komt het voor in combinatie met een verkoudheid. De lymfeklieren in de hals kunnen opgezet zijn en pijn doen als je ze aanraakt.
De meest voorkomende oorzaak van een keelontsteking is een verkoudheidsvirus. In een kleine 20 procent van de gevallen gaat het om bacteriën.
Is de oorzaak van de keelontsteking een bacterie, dan kan je kind hoge koorts hebben en erg ziek zijn. Er kan sprake zijn van roodvonk als gevolg van een infectie met een streptococcenbacterie, waarbij ook de tong en de huid rood zijn. De huid voelt een beetje aan als schuurpapier of alsof je kind kippenvel heeft. Na een week gaat de huid vervellen, vooral op de wangen, in het gezicht, rond de mond en op de handen en voeten.
Bij de ziekte van Pfeiffer is de keel ook vaak erg pijnlijk. Dit is een infectie met het Ebstein Barr virus. De keelamandelen zijn opgezet en soms zie je een wit beslag op de amandelen. Ook hierbij zijn de lymfeklieren opgezet en pijnlijk als je eraan komt. Als de huisarts denkt dat je kind de ziekte van Pfeiffer heeft, kan er bloedonderzoek gedaan worden.
Behandeling keelontsteking bij kinderen
Keelpijn gaat meestal vanzelf over. Is je kind duidelijk ziek en heeft het hoge koorts, dan krijgt het soms antibiotica.
Tegen de pijn kun je paracetamol geven. Koud eten en drinken helpt ook, of zuigen op een dropje of waterijsje. Het is niet erg als je kind een paar dagen alleen maar vla en yoghurt eet. Geef je kind te eten waar het zin in heeft.
Wanneer naar de huisarts?
Met keelpijn hoef je meestal niet langs de huisarts. Laat je kind veel speeksel lopen, heeft het hoge koorts, voelt het zich erg ziek of kun je het horen ademen? Dan kun je beter wel even contact opnemen met de huisarts.
Dit artikel is goedgekeurd door Dr. J.M. de Bont, kinderarts-kinderneuroloog in UMC Utrecht.
Laatst herzien op