'Fietsvraag' betrouwbaar bij diagnose Parkinson

Getty Images

NIJMEGEN - Artsen die een patiënt met symptomen van de ziekte van Parkinson voor het eerst zien, doen er goed aan om te vragen of de patiënt nog kan fietsen. Wanneer dit het geval is, gaat het waarschijnlijk om een andere hersenziekte.

Dat stellen artsen van de afdeling Neurologie van het UMC St Radboud. Hun bevindingen zijn gepubliceerd in het medische weekblad The Lancet.

Mensen met de ziekte van Parkinson blijken nog heel lang te kunnen fietsen. Wie niet meer kan fietsen heeft dan ook hoogstwaarschijnlijk niet de ziekte van Parkinson, maar een hierop lijkende ziekte met een veel slechtere prognose en een kortere overleving.

De fietsvraag is volgens de onderzoekers betrouwbaarder en minder kostbaar en belastend dan de huidige methodes.

Parkinsonisme
Zelfs voor een ervaren neuroloog is het lastig om de diagnose 'ziekte van Parkinson' in een vroeg stadium te stellen. Vaak blijken mensen te lijden aan een vorm van 'parkinsonisme': een groep van hersenziekten die qua ziekteverschijnselen op parkinson lijken. Maar deze zijn veel moeilijker te behandelen en hebben een veel slechtere prognose.

Het onderscheid tussen de ziekte van Parkinson en parkinsonisme is vaak pas na enkele jaren te maken, maar bij een vroege diagnose kan al tijdig met de goede behandeling worden gestart. Volgens de onderzoekers kan de fietsvraag een wezenlijke bijdragen leveren aan de diagnose.

Van de 45 patiënten met parkinson waren slechts twee patiënten kort na het ontstaan van de klachten gestopt met fietsen. Van de 64 patiënten met een parkinsonisme konden er 34 al snel niet meer fietsen.

Alarmteken
"De fietsvraag fungeert dus als een alarmteken, eigenlijk een soort rode vlag. Wie niet meer kan fietsen heeft een behoorlijke kans de diagnose parkinsonisme te krijgen. Deze ene simpele vraag bespaart duizenden euro’s aan aanvullend en belastend onderzoek.", aldus één van de onderzoekers.

Auteur 
Bron 
  • Radboudumc