Extreem mager willen zijn
Anorexia nervosa (vaak afgekort tot anorexia) betekent letterlijk 'gebrek aan eetlust door een psychische oorzaak'. Deze definitie klopt niet, want een gebrek aan eetlust is het probleem niet. Mensen met anorexia hebben wel trek, maar proberen deze uit alle macht te onderdrukken omdat ze bang zijn om aan te komen.
Volgens de criteria in de DSM-IV, een standaard handboek voor de diagnose van psychische aandoeningen, heeft iemand anorexia als hij of zij voldoet aan een aantal kenmerken. Zo willen patiënten niet minstens of meer dan 85 procent van het te verwachten gewicht voor mensen van dezelfde leeftijd en lengte wegen. Voor volwassenen wordt hiervoor in de praktijk meestal een BMI van maximaal 17,5 als maat gehanteerd. Voor kinderen en tieners gelden lagere bovengrenzen.
Daarnaast zijn anorexiapatiënten intens bang om aan te komen, terwijl ze in feite veel te licht zijn. Het beeld dat ze van hun eigen lichaam hebben is verstoord. Soms ontkennen ze dat ze ondergewicht hebben. Bij vrouwen met anorexia blijft bovendien de menstruatie uit.
De manier waarop mensen met anorexia afvallen verschilt. Sommigen eten niet of nauwelijks. Ze volgen een strikt regime, waarbij bijvoorbeeld vet en suiker taboe zijn. Anderen hebben eetbuien en proberen vervolgens het voedsel kwijt te raken door over te geven of laxeermiddelen te gebruiken. Veel anorexiapatiënten sporten extreem veel.
Oorzaken
Wat precies de oorzaak van anorexia is, is niet duidelijk. Er zijn wel een aantal omstandigheden bekend die het risico op het ontwikkelen van de eetstoornis vergroten. Zo spelen geslacht en leeftijd een rol: anorexia komt vooral voor bij jonge vrouwen van 15 tot 30 jaar.
Kinderen van ouders met een dwangmatige persoonlijkheidsstoornis, angst- of stemmingsstoornis hebben meer kans op anorexia. Ook kinderen van ouders met anorexia nervosa hebben elf keer meer kans om zelf anorexia nervosa te krijgen dan andere kinderen. Erfelijkheid lijkt dus een rol te spelen.
Balletdanseressen kampen vaker met de eetstoornis dan gemiddeld. Misschien ligt dat aan de druk binnen de danswereld om slank te zijn, maar het is ook mogelijk dat ballet nu eenmaal meisjes aantrekt die gevoelig zijn voor anorexia.
Er wordt wel gedacht dat perfectionisme en een negatief zelfbeeld anorexia veroorzaken, maar die theorie is niet bewezen. Ook negatieve ervaringen, zoals als mishandeling, verwaarlozing of seksueel misbruik, vergroten het risico op anorexia nauwelijks.
Lichamelijke gevolgen
Anorexia nervosa heeft grote gevolgen, zowel lichamelijk als geestelijk. Ondervoeding leidt tot allerlei klachten. Vaak slapen anorexiapatiënten slecht en voelen ze zich moe, lusteloos en duizelig. De hormoonhuishouding raakt in de war, waardoor vrouwen onregelmatig of helemaal niet ongesteld worden en een groter risico lopen op botontkalking. Er kunnen tekorten aan vitamines en mineralen ontstaan.
Omdat er weinig voedsel te verbranden valt, daalt de lichaamstemperatuur, wat weer zorgt voor koude handen en voeten en een donzige beharing. De stofwisseling werkt op een lager pitje, de bloeddruk daalt en de ademhaling en hartslag vertragen. Ook de conditie van het haar, de huid en het gebit verslechtert. Weinig eten kan bovendien obstipatie veroorzaken.
Bij patiënten die laxeer- of plasmiddelen gebruiken of regelmatig overgeven, kunnen ernstige stoornissen in de electrolytenhuishouding ontstaan, in het bijzonder een tekort aan kalium. Dit kan leiden tot nier- en leverbeschadigingen, spierkrampen, hartritmestoornissen en zelfs een hartstilstand.
Als een patiënt herstelt en op een gezond gewicht komt, verdwijnen bijna alle lichamelijke klachten weer. Als je jarenlang met de eetstoornis kampt, kan er wel onherstelbare schade ontstaan, zoals osteoporose. Gemiddeld hebben patiënten zo’n vier jaar anorexia. Ongeveer een kwart komt er nooit van af.
Sociale en psychische gevolgen
Anorexia nervosa heeft naast lichamelijke gevolgen ook een grote impact op de psyche en de omgang met anderen. Mensen met anorexia ontkennen vaak dat ze een probleem hebben en proberen hun vreemde eetgedrag verborgen te houden voor de buitenwereld. Om eten te vermijden, verzinnen ze allerlei smoesjes. Dit levert de nodige stress op.
Hun obsessieve gedrag, vreemde zelfbeeld en vermagering roepen onbegrip en zorgen op bij vrienden en familie. Op den duur kunnen anorexiapatiënten zich dan ook geïsoleerd en verlaten gaan voelen. Ze zonderen zich steeds meer af en zijn alleen nog maar bezig met calorieën tellen, veel bewegen en hun gewicht. In andere dingen of mensen hebben ze juist alsmaar minder interesse.
Bij mensen met anorexia nervosa komen vaker andere psychische stoornissen voor dan bij mensen die geen eetstoornis hebben. Zo heeft meer dan de helft te maken met een depressie. Ongeveer de helft lijdt aan een of meer angststoornissen, met name aan dwangstoornissen. Bovendien hebben veel anorexiapatiënten een dwangmatige en vermijdende persoonlijkheidsstoornis. Deze bijkomende depressies en angststoornissen zijn meestal het gevolg van de eetstoornis en verdwijnen weer als de patiënt op een gezond gewicht komt.
- Trimbos-instituut
- SABN