Of je liever koffie of thee drinkt, is waarschijnlijk genetisch bepaald en heeft niet zoveel te maken met persoonlijke smaak. Dat blijkt uit nieuw onderzoek, meldt het AD.
Voor het onderzoek werden de genetische gegevens van 400.000 Britse volwassenen tussen de 37 en 73 jaar geanalyseerd. De wetenschappers keken vooral naar de perceptie van bittere smaken. Hieruit konden ze afleiden dat mensen die specifieke genen droegen die voor grotere gevoeligheid voor de bittere smaak van cafeïne zorgen meer kans hadden om dagelijks meer koffie te drinken en minder vaak thee.
Mensen met andere 'bittere' genen maken meer kans om hun cafeïne-kick te krijgen van meer dan vijf kopjes thee per dag. Van nature geven ze dan ook minder de voorkeur aan koffie.
Leren drinken
Gevoeliger zijn voor de bitterheid van cafeïne lijkt misschien een reden om geen koffie te drinken, maar niets blijkt minder waar. "Je zou verwachten dat mensen die bijzonder gevoelig zijn voor de bittere smaak van cafeïne minder koffie zouden drinken, maar het omgekeerde blijkt waar. De resultaten van onze studie suggereren dat koffiedrinkers een smaak of een vermogen krijgen om cafeïne te detecteren en waarderen vanwege het positieve effect veroorzaakt door cafeïne. Zelfs wanneer je de ‘verkeerde’ genen zou dragen in termen van het proeven van bittere smaken, zou je jezelf nog kunnen leren genieten van bitter smakende voedingsmiddelen en dranken.", aldus Marilyn Cornelis, auteur van de studie.
- Algemeen Dagblad
