Cruciaal voor botten en spieren
Vitamine D speelt een cruciale rol in het gezond houden van botten en spieren. En wanneer we ouder worden, krijgen we er minder van binnen én maken we er minder van aan. Suppletie is daarom belangrijk; voor vrouwen zelfs al vanaf hun vijftigste levensjaar.
Wijsheid komt met de jaren zeggen ze. Maar toch volgt slechts één op de vier 70-plussers het advies om extra vitamine D te slikken. Dit blijkt uit een uitvoerig onderzoek van het RIVM (2013) naar de eetgewoontes van zelfstandig-wonende 70-plussers. En dat terwijl voldoende vitamine D juist voor senioren van cruciaal belang is voor het behoud van sterke botten en spieren. En dan mag je het begrip 'senioren' ruim nemen, want voor vrouwen geldt het advies voor extra vitamine D al vanaf hun vijftigste.
Vitamine D is een in vet oplosbare vitamine die belangrijk is voor sterke botten, tanden en de opname van calcium en fosfor in het lichaam. Een tekort aan vitamine D kan leiden tot botontkalking (osteoporose), een verminderde afweer en zwakkere spieren. Ouderen die te weinig vitamine D binnenkrijgen, hebben vaker moeite met fysieke routinehandelingen, zoals opstaan uit een stoel en traplopen, zo blijkt uit onderzoek. Wetenschappers schatten dat zo’n 50 procent van de ouderen en 90 procent van de bewoners van verzorgings- en verpleegtehuizen een vitamine D-tekort heeft.
Wat doet vitamine D?
Vitamine D bevordert de opname van calcium en de opbouw van de botten. Wanneer vitamine D ontbreekt, verlopen deze processen trager, waardoor rachitis (Engelse ziekte) bij kinderen en verweking van de botten (osteomalacie) bij volwassenen kan optreden. Zoals gezegd kan een tekort aan vitamine D ook osteoporose veroorzaken. Osteoporose treedt doorgaans op latere leeftijd op en gaat vooral bij vrouwen gepaard met een verhoogde kans op botbreuken.
Botbreuken
Studies bij vrouwen tonen aan dat extra vitamine D, aanvullend op de dagelijkse voeding, het risico op botbreuken helpt te verkleinen. Daarnaast maakt vitamine D de spieren ook wat sterker, waardoor de kans op vallen aantoonbaar afneemt. Ten slotte zijn er aanwijzingen dat vitamine D ontstekingsremmend kan werken en mogelijk de kans op bepaalde kankersoorten kan verminderen.
Waarom suppletie?
Naarmate mensen ouder worden, is hun huid minder goed in staat om vitamine D aan te maken. En dat terwijl het lichaam normaal zo’n twee derde van onze vitamine D aanmaakt onder invloed van zonlicht. Vooral mensen die weinig buiten komen, bijvoorbeeld doordat ze in een verpleeghuis zitten of moeilijk ter been zijn, moeten oppassen. Daar komt bij dat ouderen over het algemeen minder gaan eten, met het risico dat de voeding niet langer kan voorzien in de benodigde hoeveelheden vitamines en mineralen. En vitamine D was toch al niet riant aanwezig in onze voeding. De Gezondheidsraad adviseert dan ook extra vitamine D naast de dagelijkse voeding. Niet alleen aan ouderen overigens; er zijn diverse bevolkingsgroepen die het advies voor extra vitamine D krijgen.
Hoeveel extra D?
De Gezondheidsraad adviseert vrouwen vanaf 50 jaar 400 IE/10 mcg extra vitamine D in te nemen. Ook mannen van die leeftijd die weinig buiten komen wordt suppletie aangeraden. Vanaf de leeftijd van 70 wordt een hogere dosering geadviseerd, te weten 800 IE/20 mcg voor zowel mannen als vrouwen. Tenslotte wordt ook mensen met osteoporose een aanvulling van 800 IE/20 mcg aanbevolen. Je apotheker kan desgewenst een persoonlijk vitamine D advies geven.
- RIVM
- Gezondheidsraad
- Vitamine Informatie Bureau