Vitamines die geen vitamines zijn
Vitamines zijn voedingstoffen die onmisbaar zijn voor je lichaam en helpen je gezond te blijven. Er bestaan officieel dertien verschillende vitamines. Maar als je in een drogist, op verpakkingen of op internet kijkt, lijken het er veel meer te zijn. Dit komt onder meer omdat veel stoffen onterecht vitamines worden genoemd. Wat is nu wel een vitamine en wat niet?
Het Voedingscentrum omschrijft vitamines als voedingsstoffen die in kleine hoeveelheden voorkomen in eten en drinken. Ze leveren geen energie en zijn onmisbaar voor het lichaam. Het lichaam maakt zelf geen vitamines aan, met uitzondering van vitamine D.[ITEMADVERTORIAL]
Dertien vitamines
Officieel zijn er dertien stoffen die de naam vitamine hebben. Dat zijn de vitamines A, C, D, E, K en 8 soorten vitamine B, namelijk: B1 (thiamine), B2 (riboflavine), B3 (niacine), B5 (pantotheenzuur), B6, B8 (biotine), foliumzuur (B11) en B12. Alle andere stoffen die vitamines worden genoemd, zijn dat dus niet. Hoe komt het dat ze dan toch vitamines worden genoemd?
Oude namen
Soms komt het omdat de namen voor vitamines zijn verouderd. Zo wordt er tegenwoordig gesproken over vitamine B8 als we het over biotine hebben, maar vroeger werd deze ook wel vitamine H of vitamine Bw genoemd. Biotine is nodig om energie uit eten vrij te maken en speelt een rol bij de vorming van vetzuren. Vitamine B8 houdt de huid en het haar gezond. Biotine zit in producten als eieren, lever, melk, noten en pinda’s.
Halfvitamines
Daarnaast heb je ook nog de groep halfvitamines. Stoffen die ooit vitamines zijn genoemd, maar waarvan later bleek dat ze dit niet waren. Sommige halfvitamines bleken geen vitamines te zijn omdat het lichaam ze toch zelf aanmaakt. Of omdat ze niet essentieel bleken te zijn. Voorbeelden van halfvitamines zijn carnitine, choline (vitamine B4) en inositol. Geen vitamines dus, maar wel belangrijke stoffen voor het lichaam. Ze spelen namelijk een rol bij de stofwisseling.
Vitamine P
Ook bioflavonoïden staan ten onrechte bekend als vitamines en wel als vitamine P. Deze zouden goed zijn voor de bloedsomloop. Dit is echter nooit bewezen. Het lichaam kan heel goed zonder bioflavonoïden, terwijl vitamines onmisbare stoffen zijn. Daarom worden bioflavonoïden niet meer als vitamine gezien. Voorbeelden van bioflavonoiden zijn citrine, rutine of quercitine. Ze komen voor in citrusvruchten en in bepaalde bessen.
Vitamine B15
Pangaminezuur staat bekend als vitamine B15. Ook dit is een onzinvitamine. Er is namelijk geen enkel bewijs dat het nut heeft voor het lichaam. Het wordt zelfs afgeraden om supplementen met deze stof te gebruiken. Er is te weinig bekend over de hoeveelheid pangaminezuur die iemand dagelijks binnen mag krijgen.
Orootzuur
Een andere stof die vitamine genoemd wordt, maar het niet is, is orootzuur. Deze stof speelt een rol bij de aanmaak van DNA en wordt ook wel vitamine B13 genoemd. Dit is weer een stof die door het lichaam zelf aangemaakt wordt en dus niet via de voeding binnen hoeft te komen. Daarom is het geen vitamine. Orootzuur zit in melk, maar het lichaam heeft dus geen melk nodig om orootzuur aan te maken.
- Voedingscentrum
- Vitamine Informatie Bureau