Waarom wordt de ene wagenziek en de andere niet?

Met de auto op weg naar Zwitserland, Frankrijk of een dagje naar het strand of pretpark. Leuk, maar niet voor iedereen. Veel mensen krijgen onderweg last van wagenziekte. Sommige mensen lijken gevoeliger voor reisziekte dan anderen. Kinderen en vrouwen hebben er vaker last van dan mannen. In veel gevallen hebben mensen er minder last van als ze ouder worden, maar als je pech hebt, heb je je hele leven er last van.

Of je wagenziekte hebt, is een kwestie van aanleg en heeft alles te maken met het evenwichtsorgaan en de samenwerking daarvan met andere zintuigen.

Oriëntatieprobleem

"Het evenwichtsorgaan is een heel klein orgaan in je binnenoor dat zeer precies kan voelen waar de zwaartekracht zich bevindt en of je hoofd beweegt. Door samen te werken met verschillende zintuigen, vooral je ogen en de receptoren in je spieren, wordt de balans van je lichaam bewaakt en weet je of je zelf beweegt of dat de omgeving beweegt. Zo val je niet om als je zelf of de omgeving beweegt. In de auto kan de samenwerking tussen dit orgaantje en andere zintuigen spaak lopen. Na vele hobbels, bochten, remmen en gas geven registreert ons evenwichtsorgaan talloze wijzigingen van de plaats van de zwaartekracht. Aangezien de auto en niet jij zelf, jouw lichaam alle kanten op slingert, kunnen je zintuigen moeilijk vaststellen waar deze bewegingen vandaan komen: van wat je ziet of van wat je voelt met je evenwichtsorganen. Dit onbegrip kan leiden tot een oriëntatieprobleem. En dat kan vervolgens de typische verschijnselen van wagenziekte veroorzaken.", legt prof. dr. Herman Kingma, hoogleraar klinische vestibulologie Maastricht UMC+/Universiteit Maastricht uit op de website van het Maastricht UMC+.

Wat kun je doen tegen reisziekte?

Als je al eerder last hebt van reisziekte kun je misschien erg op zien tegen de reis. Toch kun je beter niet te veel stressen, want juist stress bevordert reisziekte. Zorg ook voor én tijdens de reis voor ontspanning en stap uitgerust en fit in de auto. Let daarnaast goed op wat je eet en drinkt.

• Eet lichte maaltijden, maar zeker niet te veel.
• Vermijd alcohol- en koolzuurhoudende dranken.
• Eet geen vette of zure voedingsmiddelen.
• Snoep met mate.
• Neem geen koffie vóór en tijdens de reis.

Daarnaast kan het uitmaken waar je gaat zitten. Ga liever voorin de auto zitten; achterin is de kans op reisziekte het grootst. Heb je een rijbewijs? Rij dan zelf. Bestuurders hebben minder last van reisziekte, omdat ze bewegingen zien aankomen.

Andere tips

• Blijf rustig ademen, ook bij opkomende reisziekte.
• Vermijd een warme, benauwde omgeving. Frisse lucht zorgt voor verlichting.
• Lees niet tijdens het reizen, dit verergert de misselijkheid.
• Zorg dat kinderen met reisziekte voldoende afleiding krijgen met spelletjes en dergelijke.
• Kijk niet naar dingen die dichtbij zijn, maar juist verder weg.
• Kinderen moeten hoog genoeg zitten, zodat ze naar buiten kunnen kijken.
• Neem regelmatig pauze en ga de buitenlucht in.
• Vermijd roken en (parfum)luchtjes.
• Rem en versnel niet te veel.