Bij slijtage van het kraakbeen aan het oppervlak van de botten van de knie worden de beschadigde gewrichten door een prothese vervangen.
Het skelet bestaat uit meer dan 200 botten, die het lichaamsgewicht ondersteunen en de inwendige organen beschermen. Het kniegewricht draagt een belangrijk gedeelte van het gewicht en het kan na verloop van tijd slijtageschade oplopen.
De drie voornaamste botten van de knie: de knieschijf (patella), het dijbeenbot (femur) en het scheenbeen (tibia). Bij slijtage van het kraakbeen dat het oppervlak van deze botten bedekt, kunnen eenvoudige bewegingen pijnlijk worden en zwellingen veroorzaken.
Door ouderdom of knieletsel kunnen symptomen ontstaan die knievervangende chirurgie noodzakelijk maken. Tijdens een knievervangingsoperatie worden het onderste deel van het dijbeenbot en het bovenste deel van het scheenbeen verwijderd en vervangen door protheses van metaal en kunststof, die lijken op het beschadigde gewricht en de bijbehorende botten. In sommige gevallen wordt ook de achterkant van de knieschijf verwijderd.
Het doel van knievervangende chirurgie is, de pijn en zwellingen in en rond het kniegewricht te verminderen. Het kunststof gewricht biedt meer vrijheid en beweeglijkheid. Deze operatie kan verschillende complicaties met zich meebrengen, die vóór de operatie met de dokter moeten worden besproken.