Natuurlijke suikers als dadels, honing en agavesiroop: zijn ze echt een gezonder alternatief?

Hoe gezond zijn natuurlijke suikers?

Stapel pannenkoekjes waar honing overheen wordt gegoten
Getty Images

Natuurlijke suikers als ahornsiroop of kokosbloemsuiker zijn populairder dan ooit. Steeds meer recepten of kookblogs adviseren deze suikervervangers te gebruiken en op veel verpakkingen staan natuurlijke alternatieven vermeld. 'Natuurlijk' klinkt gezond, maar zijn natuurlijke zoetmakers ook echt beter voor je?

Het zoethoudertje van de industrie

Onze voorkeur voor zoet is er met de paplepel ingegoten. De zoete smaak van moedermelk of poedermelk is de eerste smaak die we proeven in ons leven. Daarna blijft zoet ons goed doen: bij feest hoort taart, kinderen worden beloond met een snoepje en emotie-eters zoeken troost in chocolade of koekjes. Maar we krijgen ook veel zoet binnen zonder dat we ons daar echt bewust van zijn. Steeds meer producten uit de voedingsmiddelenindustrie zijn 'verrijkt' met suiker. Ook producten waar je het niet van verwacht als brood, ketchup, chips of soep uit blik. Suiker is een goedkope smaakmaker, vandaar dat de industrie er zo scheutig mee is. Uit onderzoek van het Diabetes Fonds blijkt dat Nederlanders twee keer zoveel suikers binnenkrijgen dan ze zelf denken. We gebruiken ruim 14 suikerklontjes per dag. Al die (ongemerkte) suiker heeft gevolgen voor je gezondheid zoals een grotere kans op overgewicht, diabetes type 2 en hart- en vaatziekten.

Natuurlijke zoetmakers 

Gelukkig lijkt er een tegenbeweging gaande: veel consumenten willen minder geknutselde producten vol suiker. Omdat we niet helemaal zonder zoet willen of kunnen, is er daardoor veel vraag naar natuurlijke alternatieven. Fabrikanten voegen daarom natuurlijke zoetmakers als honing, agavesiroop, ahornsiroop, dadelsiroop, kokosbloemsuiker of palmsuiker toe. Maar dat deze zoetstoffen natuurlijk zijn betekent nog niet dat ze ook echt gezond zijn. Tenslotte is gewone kristalsuiker ook natuurlijk, want afkomstig van suikerbiet of suikerriet. Voor je gezondheid maakt het weinig uit hoe suiker genoemd wordt. Er is geen bewijs dat de kleine verschillen tussen bijvoorbeeld riet- of bietsuiker, honing, agavesiroop, kokosbloesemsuiker of palmsuiker gezondheidsvoordelen geven. Alle suikers bestaan namelijk uit combinaties van glucose en fructose, de twee meest voorkomende suikermoleculen. Ons lichaam verwerkt alle suikers, dus ook de 'natuurlijke' zoals honing, op dezelfde manier: het breekt suikers af tot glucose en fructose en laat je bloedsuiker stijgen. Vervolgens worden de suikers gebruikt als brandstof of opgeslagen als vet.

Zitten er dan geen gezonde stoffen in natuurlijke suikers?

Helaas, er zitten zo weinig vitamines in dat dit nauwelijks bijdraagt aan de totale vitamine-inname, terwijl je wel veel suiker binnenkrijgt. Zo bevat 1 lepel honing bijvoorbeeld 0,4 mg vitamine C. Ter vergelijking, in een kiwi zit honderd keer zoveel vitamine C. Je zou dagelijks bijna 2 kilo honing moeten eten om aan de aanbevolen hoeveelheid vitamine C per dag te komen. Ook de hoeveelheden gezonde mineralen en spoorelementen in bijvoorbeeld honing, agavesiroop of dadelsiroop zijn te klein om een noemenswaardige bijdrage te leveren aan wat je totaal van deze voedingsstoffen nodig hebt. Wel bevatten ze vaak iets meer water dan kristalsuiker, waardoor er iets minder calorieën inzitten. Een eetlepel honing van 20 gram levert 64 kcal en met 20 gram kristalsuiker krijg je 80 kcal binnen. Maar omdat stroperige soorten minder goed te doseren zijn en we vaak zoet toevoegen op smaak, maakt het in de praktijk weinig uit. Van het vervangen van kristalsuiker door honing wordt een recept dus niet gezonder. Ook dadel wordt vaak getipt in recepten als gezonde suikervervanger. Dit gedroogde fruit bevat veel vezels, in tegenstelling tot zoete siropen of honing. In dat opzicht zijn ze een betere keuze. Maar dadels zijn gekonfijte vruchten en bevatten daardoor net als andere natuurlijke suikervervangers vooral heel veel suiker.

Waarom fabrikanten suikervervangers omarmen

Termen als 'natuurlijk' en 'suikervrij' worden maar al te graag door fabrikanten gebruikt om hun producten een gezonder imago te geven. Helaas ontbreekt er een wettelijke definitie van 'natuurlijk'. Alles komt oorspronkelijk uit de natuur, dus de term is niet echt onderscheidend. Dat veel natuurlijke producten zoals groenten, fruit en peulvruchten gezonde keuzes zijn, wil nog niet zeggen dat natuurlijk altijd gezonder is. Let eens goed op de voedseletiketten van bewerkte producten. Op deze ingrediëntenlijsten staat suiker vaak vermeld onder verschillende namen. Ook dit is een slinks trucje van de fabrikant om te voorkomen dat suiker als eerste ingrediënt vermeld staat, wat aangeeft dat het het hoofdbestanddeel is. Door suiker op te splitsen in verschillende soorten zoetmiddelen, lijkt het alsof er minder suiker in zit dan daadwerkelijk het geval is.

Herken de sluipsuikers

Fabrikanten die naar andere namen voor suikers zoeken hebben geluk: er zijn wel meer dan 50 namen zijn voor suiker. Denk aan termen als sacharose, stroop, melksuiker (lactose), vruchtensuiker (fructose), druivensuiker (dextrose), moutsuiker (maltose) en honing. Ook siropen zoals agavesiroop, ahornsiroop en glucosestroop zijn vormen van suiker. Daarnaast zijn er nog namen als melasse, vruchtensap, vruchtenconcentraat, trehalose, galactose en rijststroop. Voor consumenten die zoetjes aan willen doen met hun suikerinname is het lastig om al deze vormen van suiker te herkennen. Een handig ezelsbruggetje is om te letten op woorden die eindigen op ‘-ose’ (zoals glucose, dextrose en sacharose), evenals alle termen die eindigen op suiker, stroop (bijvoorbeeld kandijstroop of rijststroop) of siroop (bijvoorbeeld glucosesiroop, johannesbroodsiroop). En daarnaast betekent ook de vermelding van melasse, honing, nectar, fruitconcentraat of geconcentreerd vruchtensap dat er zoet aan het product is toegevoegd.

Lees ook: is honing gezond?

Weet wat je koopt

Wie minder suiker wil eten, doet er dus goed aan om de etiketten van voedingsmiddelen eens goed onder de loep te nemen. Laat hoogbewerkte producten met veel toegevoegd suiker liever zoveel mogelijk staan. Maar let ook op waar je zelf je etenswaren of dranken mee zoet. Een scheutje honing in de muntthee of wat dadelsiroop in een cake voegt zeker iets toe aan de smaak. Maar het is goed om te weten dat natuurlijke suikers vaak vele malen duurder zijn dan kristalsuiker. Agavesiroop of kokosbloesemsuiker zijn omgerekend wel twintig tot dertig keer duurder! Die hoge prijs heeft wel een logische reden, want het produceren van natuurlijke suikers vraagt vaak om meer bewerking. Voor honing is bijvoorbeeld niet alleen zorgvuldig werk van een imker nodig, maar ook noeste arbeid van bijen. Om één lepeltje honing te produceren moeten bijen maar liefst 4.000 bloembezoeken afleggen. Logisch dat je dus iets meer betaalt als je een potje van dit vloeibare goud bij de imker koopt. In supermarkten zijn wel goedkope honingsoorten verkrijgbaar, maar daar kleeft vaak een groot nadeel aan. Volgens onderzoek van het televisieprogramma de Keuringsdienst van Waarde is een groot deel van de honing uit de supermarkt vermengd met (Chinese) suikerstroop en daardoor nephoning.

De beste natuurlijke suikervervanger

Nou blijft natuurlijk nog de vraag wat de beste natuurlijke suikervervanger is. Het antwoord is: geen één. Wat je het beste kunt doen als je minder suiker wilt eten, is wennen aan een minder zoete smaak. Het bijzondere is dat als je een tijdje minder zoet eet, je de andere smaken van wat je eet of drinkt veel beter proeft. Iemand die aan thee zonder suiker gewend is, lust later vaak geen thee met suiker meer. En pure chocolade smaakt ineens veel lekkerder dan witte chocolade. Minder zoet went. En door het afwennen van die zoete smaak is het steeds makkelijker minder suiker te gebruiken.

Dit artikel is geschreven door Sophie Luderer. Sophie is diëtist. Ruim 20 jaar adviseerde ze patiënten in ziekenhuizen en op dialyseafdelingen. Haar missie is iedereen zo goed mogelijk te informeren en ingewikkelde informatie behapbaar maken.

Auteur 
Bron 
  • NEVO-online
  • Keuringsdienst van Waarde
  • Diabetes Fonds