Overgewicht gaat vaak op een bijna ongemerkte manier samen met hoge bloeddruk, slechte cholesterolwaarden en een verstoorde bloedsuikerspiegel. Dit wordt het metabool syndroom genoemd. Kun je het voorkomen? En hoe kom je er vanaf als je het al hebt?
Het metabool syndroom is een benaming voor een serie gezondheidsklachten die nauw verband met elkaar houden. Het syndroom ontstaat door de combinatie van ongezond eten en weinig bewegen. [ITEMADVERTORIAL]
Sluipend proces
Het gevaar van het metabool syndroom is het sluipende proces van gewichtstoename en afnemende conditie. Die brengen samen als een paard van Troje nieuwe risico's met zich mee.
Terwijl het metabolisme (de stofwisseling) verslechtert, ontvouwt zich langzaam maar zeker een reeks van gezondheidsproblemen (het syndroom). Behalve overgewicht zijn dat een verhoogde bloeddruk, een hoge bloedsuikerspiegel en slechtere cholesterolwaarden.
Uit onderzoek aan het VU medische Centrum in Amsterdam komen aanwijzingen dat het metabool syndroom een relatie kan hebben met depressiviteit. Dat komt waarschijnlijk doordat het syndroom ook de hormoonbalans verstoort.
Buikomvang
Volgens de geldende normen is bij mannen sprake van het syndroom als de bloedwaarden verslechterd zijn en als de buikomvang boven de 94 centimeter komt, gemeten ter hoogte van de navel. Bij vrouwen ligt de grens bij een buikomvang van 80 centimeter.
De combinatie van slechte bloedwaarden en overgewicht verhoogt de kans op het krijgen van diabetes type 2 aanzienlijk. Het risico op het krijgen van hart- en vaatziekten is ook groter. Vaatziekten kunnen leiden tot een herseninfarct of hersenbloeding.
Voorstadium diabetes type 2
Opvallend aan het metabool syndroom is dat de verschillende problemen elkaar in stand lijken te houden of versterken. Door jarenlang calorierijk te eten en weinig te bewegen, raken belangrijke organen als de lever en de alvleesklier uitgeput.
De stofwisseling verloopt minder efficiënt en vetten en suikers worden daardoor minder goed afgevoerd dan normaal. Terwijl het lichaamsgewicht toeneemt, wordt de bloeddruk hoger en ontstaat een voorstadium van diabetes type 2. Het lichaam is dan minder gevoelig voor insuline, dat de bloedsuikerspiegel regelt.
Vaatwanden
Het vet dat zich rond organen opslaat, maakt zelf stoffen aan die de regulering van de bloedsuikerspiegel nog meer verstoren. De verhoogde bloeddruk, de slechtere cholesterolwaarden en de te hoge bloedsuikerspiegel tasten vervolgens de kwaliteit van de vaatwanden aan. Volgens professor Edith Feskens van Wageningen University heeft in Nederland een kwart van de mensen tussen 30 en 60 te maken met het voorstadium van diabetes.
Kinderen
De ongezonde Westerse leefstijl lijkt de belangrijkste oorzaak van overgewicht en het metabool syndroom. Wetenschappers vermoeden dat er ook een genetische oorzaak in het spel is. Zo is bij kinderen rond de leeftijd van 8 jaar al te voorspellen of het metabool syndroom in aanleg aanwezig is.
Metabool syndroom doorbreken
De neerwaartse spiraal van gezondheidsklachten van het metabool syndroom is gelukkig te voorkomen - en ook te doorbreken - als het al zover is. Dat blijkt uit verschillende grote onderzoeken, onder meer van de Universiteit Leiden.
De kern van het probleem moet worden aangepakt, en dat is het overgewicht. Dat betekent simpelweg meer bewegen, dagelijks minstens een half uur, en gezonder eten. Dus voldoende groente, vis, kip, fruit en volkoren granen.
Volgens recente wetenschappelijke onderzoeken kan het metabool syndroom sneller toeslaan bij mensen die weinig vitamine D binnenkrijgen. De huid maakt vitamine D aan door blootstelling aan zonlicht. Voedingsmiddelen met veel vitamine D zijn vette vis (zalm, makreel) en eieren.
Dikmakers
Overgewicht moet niet ineens drastisch, maar blijvend worden bestreden. Een paar maanden flink afvallen werkt op termijn averechts vanwege het jojo-effect. Beter is het om voor altijd een gezond voedingspatroon aan te wennen.
Een behoorlijke gezondheidswinst is volgens professor Müller van Wageningen University te halen uit het flink beperken van de belangrijkste dikmakers. Dat zijn verzadigde vetten en de zogenaamde eenvoudige koolhydraten. Ze zitten in voedingsmiddelen met suiker en geraffineerde granen: snackrepen, witbrood, witte pasta, witte rijst, zoet broodbeleg, frisdranken, gebak en koekjes, snoep, chips en toetjes. Alcohol is ook een dikmaker.
- Wageningen University