Alles over je vetpercentage
De ene persoon van 75 kilogram kan veel meer vetweefsel hebben dan een ander met hetzelfde gewicht. Hoe kom je erachter hoeveel kilo vet er in je lijf zit? Wat is een 'normaal' vetpercentage? En: bestaat er ook goed vetweefsel?
Als een arts of diëtist wil bepalen of je gewicht gezond is, dan zal hij of zij het eerst je BMI berekenen. Zit is de uitslag tussen de 18,5 en 25, dan is je gewicht volgens de normen gezond. Maar… je BMI zegt niet alles over de hoeveelheid vet in je lichaam, zoals deze illustratie uit de New York Times mooi aantoont. Vier feiten over lichaamsvet, plus een vette bonus.
Feit 1: Het verschilt of je man of vrouw bent
Om te beginnen is er een verschil tussen vrouwen en mannen. Vrouwen hebben van nature een hoger vetpercentage dan mannen. Het gemiddelde vetpercentage van vrouwen ligt tussen de 25-31 procent, bij mannen is dit 18-25 procent. Dat betekent dat een vrouw van 75 kilogram gemiddeld 18,75 - 23 kilogram vet heeft en een man 13,5 – 18,75 kilogram. Ken je vrouwen en mannen op Instagram die trots hun sixpack showen? Zij hebben stuk voor stuk een lager vetpercentage, meestal zo rond de 12-15 procent. Pas als je dun bent, worden de buikspieren zichtbaar.
Feit 2: Hoe ouder, hoe meer vet (maar dat hoeft niet)
Hou ouder je bent, hoe hoger het vetpercentage. Deels is dat een natuurlijk proces, maar het komt ook omdat we bij het ouder worden wat minder bewegen en daardoor minder gespierd worden. Daardoor wordt ook onze stofwisseling lager en komen we sneller aan. Je kunt dit effect tegengaan door juist op latere leeftijd krachttraining te doen. Denk nooit dat je er te oud voor bent. Er is zelfs onderzoek gedaan naar krachttraining bij 80-plussers: ook zij maakten nog spierweefsel aan.
Feit 3: Je moet appels niet met peren vergelijken
Het maakt ook uit waar het vet in je lichaam zich bevindt. Er is onderhuids vet, dat zich direct onder de huid nestelt. Je ziet dat als ronde billen, stevige bovenarmen of dikke dijen. Het zijn zogenoemde peervormige mensen, waarbij het vet zich vooral rond het onderlichaam bevindt. Dit vet is niet zo nadelig voor de gezondheid. Maar vet kan ook rond de organen en in de buikholte opgeslagen worden. Dat is visceraal vet en dat is wel ongunstig voor de gezondheid. Deze mensen hebben een appelmodel. Een buikje, óók als je verder slank bent, is eigenlijk altijd slecht nieuws: dat is visceraal vet. Gebruik daarom behalve de weegschaal ook een meetlint.
Feit 4: Er zijn TOFI’s en FOTI’s
Misschien ben je een TOFI: Thin Outside, Fat Inside. Dan zie je er op het eerste oog slank uit, maar is je buikomvang toch te hoog en heb je teveel visceraal vet. Een FOTI kan ook: Fat Outside Thin Inside. Dan ben je aan de buitenkant stevig, maar heb je toch heel weinig visceraal vet. Het is zeldzaam en komt vooral voor bij mensen die gezond eten en veel bewegen maar wel te zwaar zijn.
Vette bonus: bruin vet
Er is één soort vetweefsel waar je niet snel genoeg van hebt: bruin vet. Het stookt je lijf warm en houdt je stofwisseling op peil. Baby’s en jonge kinderen hebben het vrij veel. En sommige mensen hebben ook op volwassen leeftijd veel bruin vet. Door kou en beweging kan bruin vet toenemen.
Liesbeth van Rossum is internist en endocrinoloog en Mariette Boon is internist in opleiding en onderzoeker naar bruin vet. Samen schreven zij de bestseller 'Vet belangrijk'. Dit duo weet alles over lichaamsvet en hoe je dat kunt beïnvloeden. Wil je afvallen? Luister dan naar onderstaande podcast voordat je start met een dieet, want dan kun je veelgemaakte fouten voorkomen.