Ben ik straks automatisch donor?

En meer vragen over de nieuwe Donorwet

Getty Images

In 2020 treedt de Donorwet in werking. Wie nu nog niets geregeld heeft, kan dat voor die tijd beter wel doen. Anders geef je straks automatisch toestemming voor donatie van organen en weefsels, ook als je dat niet wilt.

Komen er door de nieuwe wet duizenden donororganen bij?

Nee. De kans dat organen en weefsels worden uitgenomen als iemand overlijdt, is en blijft heel erg klein. In 2016 overleden in ons land 148.000 mensen, blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Van hen zijn er slechts 235 donor geworden van een of meerdere organen, aldus de Nederlandse Transplantatie Stichting. Er zijn zo weinig donoren omdat organen alleen getransplanteerd kunnen worden als ze nog goed functioneren. Na het overlijden gaan de organen snel achteruit. Je kunt alleen orgaandonor zijn als je op het moment van sterven aan de beademing ligt in een ziekenhuis. Op die manier krijgen de organen ook na het overlijden nog genoeg zuurstof en voeding. Dat is bijvoorbeeld zo bij een ernstige beroerte of hersenbloeding, en soms ook na een verkeersongeval. Het komt in ieder geval niet vaak voor.

Wat verandert er met de nieuwe Donorwet?

Op dit moment hebben 6,3 miljoen Nederlanders in het Donorregister vastgelegd of zij na hun dood donor willen zijn van weefsels en organen. Pakweg 9 miljoen mensen hebben dit nagelaten. Als zij overlijden, kan een arts of de familie lastig nagaan of zij eventueel orgaandonor hadden willen zijn. De familie zegt in twee van de drie gevallen ‘nee’. Dat is zuur voor de 1071 mensen op de wachtlijst voor een orgaan, van wie er elk jaar 130 tot 150 overlijden. Om daar wat aan te doen, heeft de politiek de nieuwe Donorwet aangenomen. Iedereen komt vanaf 2020 automatisch in het Donorregister. De enige voorwaarden zijn dat je 12 jaar of ouder bent, wilsbekwaam bent en staat ingeschreven bij een Nederlandse gemeente. Geef je niets door? Dan zeg je ‘ja’ tegen (de kleine kans op) orgaandonatie na je overlijden.

Wat gebeurt er als ik géén keuze doorgeef?

Met de wet dwingt de politiek eigenlijk de 9 miljoen personen die geen keuze hebben gemaakt dit alsnog te doen. Iedereen krijgt in 2020 een brief met de vraag om de keuze vast te leggen in het Donorregister. Reageer je niet op de brief en op de herhaalbrief? Dan sta je na een aantal weken automatisch geregistreerd als ‘Ja, ik geef toestemming’ (ofwel ‘geen bezwaar’). Je stelt alle organen en weefsels na overlijden beschikbaar voor transplantatie. Wil je dit niet? Of wil je de keuze overlaten aan je partner, familie of een zelfgekozen persoon? Ga dan naar de website van het Donorregister. Je kunt daar ook aankruisen welke organen en weefsels wel en niet gebruikt mogen worden. Hiermee hoef je niet te wachten tot de nieuwe wet in werking treedt.

Waar vind ik het Donorregister?

Het Donorregister is een website. Je logt in met DigiD en vult online het formulier in. Geen computer? Een papieren formulier is verkrijgbaar op het gemeentehuis en via de Donorinfolijn: T 0900-821 21 66 (gebruikelijke belkosten).

Ik heb nog een oud donorcodicil in mijn portemonnee. Wat moet ik daarmee?

Die kun je weggooien. De arts zoekt niet meer naar dit soort codicillen of pasjes omdat het te veel tijd kost als iemand overleden is en eventueel donor kan worden. De arts kijkt alleen in het Donorregister.

Kun je het donorschap ook regelen bij de notaris?

Nee. De arts moet snel weten of een potentiële donor toestemming heeft gegeven voor donatie. In het Donorregister kan dit snel worden opgezocht. De gang naar de notaris duurt te lang. Toch hebben veel notarissen een donorclausule opgenomen in het levenstestament. Je kunt hiermee wel nog eens extra duidelijk maken aan je partner en familie wat je wensen zijn.

Stel: een naaste krijgt een hersenbloeding, de toestand is kritiek. Diegene wil geen orgaandonor zijn, maar heeft het Donorregister niet ingevuld. Wat dan?

Heeft iemand niets geregistreerd in het Donorregister, dan staat er na 2020 automatisch ‘ja, ik heb geen bezwaar tegen orgaandonatie’. Ook als diegene dit níét had gewild. Maar de nieuwe wet heeft hiervoor wel een vangnet. Familieleden kunnen orgaandonatie tegenhouden als ze ernstig bezwaar hebben. Zij moeten dan aannemelijk maken dat orgaandonatie niet overeenkomt met de wens van de betrokkene.

Kan iemand donor zijn na euthanasie?

Ja, dat kan. De huisarts moet dan wel bepaalde voorbereidingen treffen en moet daarom ruim op tijd op de hoogte zijn. Euthanasie gebeurt meestal thuis. Als iemand orgaandonor wil zijn, moet de euthanasie plaatsvinden in het ziekenhuis, zodat de arts binnen korte tijd na het overlijden de organen kan uitnemen in de operatiekamer. Voor weefseldonatie is euthanasie thuis wél mogelijk. Bij orgaandonatie in het ziekenhuis moet de familie snel afscheid nemen na het overlijden, zodat de uitname snel plaats kan vinden. Na de uitname is er wel tijd voor uitgebreid afscheid en kan de dierbare begraven of gecremeerd worden. Orgaandonatie na euthanasie kan vaak tot en met ongeveer 75 jaar, weefseldonatie tot 86 jaar.

Is mijn dementerende moeder straks ook automatisch donor?

Dat hangt ervan af. Als zij haar wens heeft laten vastleggen in het Donorregister en daarna dement (en dus wilsonbekwaam) is geworden, dan geldt haar wens. Het ligt anders wanneer iemand geen wens heeft vastgelegd en wilsonbekwaam wordt. Iemand die na invoering van de nieuwe wet níét reageert op de oproep om de keuze door te geven in het Donorregister, wordt geregistreerd als ‘Geen bezwaar’. Bij overlijden van deze persoon worden de nabestaanden geraadpleegd over de keuze van orgaan- en weefseldonatie. Wilde deze persoon echt donor zijn? Die vraag kan de wettelijk vertegenwoordiger van de overledene beantwoorden. Is zo’n vertegenwoordiger er niet, dan beslissen de nabestaanden. Als ook zij ontbreken, mag geen orgaandonatie plaatsvinden.

Kun je te oud zijn om orgaandonor te worden?

Of iemand donor wordt, hangt af van het moment, de oorzaak en de plaats van overlijden. Ook de lichaamsconditie van de overleden donor en de kwaliteit van de organen en weefsels zijn van belang. 40 procent van de donoren is ouder dan 56 jaar. Voor elk orgaan geldt een andere maximumleeftijd. Het hart van een 67-jarige is bijvoorbeeld niet meer geschikt voor donatie, maar die persoon kan nog prima nierdonor zijn. Oogweefsels kunnen tot 85 jaar worden gedoneerd.

Wat als je ernstig ziek bent geweest, medicijnen slikt of je hele leven hebt gerookt?

In principe kan iedereen zich als donor registreren. Als je kanker hebt, is orgaandonatie meestal niet mogelijk. Maar bij bepaalde soorten kanker kan het wel, net als bij een goed behandelde kanker in het verleden. Actieve infecties met tuberculose, hiv of herpes zoster kunnen je ongeschikt maken voor donatie. Door de schaarste aan organen, en het overlijdensrisico van mensen op de wachtlijst, zijn de criteria bij orgaandonatie lager dan bij weefsels.

Kunnen organen en weefsels ook gebruikt worden voor wetenschappelijk onderzoek?

Ja. Organen en weefsels zijn bedoeld voor transplantatie. Als ze niet geschikt zijn, worden ze niet uitgenomen. Maar het kan voorkomen dat een uitgenomen orgaan of weefsel tóch niet gebruikt kan worden voor transplantatie. Artsen willen zo’n orgaan of weefsel dan gebruiken voor wetenschappelijk onderzoek gericht op het verbeteren van transplantatietechnieken. Wie dat niet wil, kan dit aangeven in het Donorregister.

Meer vragen? 

Orgaantransplantaties van overleden donoren in 2016

Nier: 426 transplantaties
Long: 73 transplantaties
Lever: 151 transplantaties
Hart: 35 transplantaties
Alvleesklier: 29 transplantaties
Hoornvlies: 1523 transplantaties
Hartklep: 86 transplantaties
Botweefsel: 2129 transplantaties
Bron: Transplantatieregister.

Auteur 
Bron 
  • Plus Magazine