Ziekte van Pfeiffer

Infectieziekte door het Epstein-Barrvirus

Getty Images

De ziekte van Pfeiffer is een virale infectie die heel vaak voorkomt, vooral onder jongeren. De oorzaak is het Epstein-Barrvirus. De ziekte van Pfeiffer kan behoorlijk vervelend zijn. Je kunt je lange tijd ziek en vermoeid voelen. Hoe is de ziekte van Pfeiffer nog meer te herkennen? En is er iets aan te doen?

Wat is de ziekte van Pfeiffer?

De ziekte van Pfeiffer is een virale infectie en staat ook wel bekend als klierkoorts of de 'kissing disease'. De eerste naam verwijst naar de opgezwollen en pijnlijke lymfeklieren die bij deze ziekte vaak voorkomen. Het wordt ook wel de 'kissing disease' genoemd omdat besmetting gebeurt via het speeksel. Maar kussen hoeft niet altijd de oorzaak te zijn. Het virus kan ook via andere vormen van speekselcontact worden overgebracht.

Veel mensen worden eens in hun leven besmet met het Epstein-Barrvirus. De ziekte komt vooral veel voor bij jongeren. Ook kinderen kunnen ermee besmet raken, net als volwassenen. Meer dan de helft van de Nederlandse bevolking is na het vijfde levensjaar getroffen door het virus. Alleen merkt niet iedereen het. Onder jongeren leidt het virus met name tot de duidelijk merkbare verschijnselen van de ziekte van Pfeiffer. Zij ervaren onder andere koorts, keelontsteking, vermoeidheid en huiduitslag. Deze symptomen houden over het algemeen ook langer aan bij mensen in deze levensfase.

Bij besmetting met het Epstein-Barrvirus maakt ons lichaam antistoffen aan. Misschien leidt dit de eerste keer tot de ziekte van Pfeiffer, maar daarna zijn we immuun voor het virus. De antistoffen staan dan meteen paraat om het virus te bestrijden, waardoor we niet nog eens ziek worden. Het is niet mogelijk om je te laten inenten tegen de ziekte van Pfeiffer. Ook zijn er geen geneesmiddelen voor. Het gaat op den duur vanzelf over.

Oorzaken ziekte van Pfeiffer

Het Epstein-Barrvirus is aan te wijzen als de oorzaak van de ziekte van Pfeiffer. Dit wordt van mens tot mens overgedragen via het speeksel. Zoenen met iemand die ermee besmet is kan dus een oorzaak zijn. Maar besmetting kan ook plaatsvinden door indirect speekselcontact, bijvoorbeeld via de handen of via een drinkflesje, bestek of een tandenborstel. Iemand die besmet is met het virus, kan nog lang besmettelijk blijven, soms tot wel 18 maanden later.

Symptomen ziekte van Pfeiffer

Ben je besmet met het Epstein-Barrvirus, dan merk je dat niet altijd, en zeker niet meteen. Meestal duurt het zo'n tien dagen tot zes weken voordat er klachten optreden. De symptomen verschillen per persoon en zijn ook deels afhankelijk van de leeftijd.

Jonge kinderen kunnen last krijgen van koorts, rode huiduitslag en in sommige gevallen longontsteking. Jongeren hebben het meeste last van de ziekte van Pfeiffer. Zij voelen zich vaak moe, koortsig en rillerig. Ook kunnen ze last hebben van hoofdpijn en keelpijn of zelfs keelontsteking. Hun lymfeklieren zijn pijnlijk en gezwollen. Dit kan zo'n twee tot drie weken voortduren. Het vermoeide gevoel lost meestal na twee tot drie maanden op.

Deze virusinfectie beïnvloedt ook de lever en de milt. Soms zijn deze opgezet. De lever kan licht ontstoken raken. Heel af en toe ontstaat er geelzucht, waarbij de huid en het oogwit een gele kleur krijgen. Ook deze klachten verdwijnen vanzelf na vijf tot acht weken.

Hoe wordt de diagnose ziekte van Pfeiffer gesteld?

Vermoed je dat je de ziekte van Pfeiffer te pakken hebt? Dan kun je een afspraak maken met de huisarts. Deze neemt je klachten met je door. Ook zal de huisarts je in je keel kijken en je hals onderzoeken om te kijken of je lymfeklieren zijn opgezet. Om met zekerheid vast te stellen dat het gaat om de ziekte van Pfeiffer, volgt er een bloedonderzoek. In het geval van de ziekte zullen in je bloed antistoffen tegen het Epstein-Barrvirus te vinden zijn. Op basis hiervan wordt ook gekeken of het functioneren van je lever beïnvloed is. De uitslagen van het bloedonderzoek zeggen echter niets over hoe ernstig de symptomen zullen zijn, of hoe lang deze zullen aanhouden. Dat is altijd maar afwachten bij de ziekte van Pfeiffer.

Risicofactoren/-groepen

Iedereen kan besmet raken met het Epstein-Barrvirus, maar vooral jongeren hebben last van de ziekte van Pfeiffer. Meer dan de helft van de Nederlanders krijgt er voor zijn of haar twintigste jaar mee te maken. Maar het kan ook op latere leeftijd nog toeslaan. Speekselcontact is een risicofactor. Doordat dit ook indirect kan plaatsvinden, bijvoorbeeld via bestek, is dit niet altijd te voorkomen. Als je eenmaal besmet bent geweest met het virus kan dit opnieuw voorkomen. Maar omdat je lichaam dan antistoffen heeft aangemaakt, word je niet nog eens ziek. Wel is het mogelijk om dan anderen te besmetten. Volgens de Maag Lever Darm Stichting is het niet nodig om extra voorzichtig te doen, omdat de meeste andere mensen al eens eerder besmet zijn geweest en dus antistoffen in hun bloed hebben aangemaakt.

Behandeling ziekte van Pfeiffer

De ziekte van Pfeiffer is niet te behandelen. Er bestaan geen geneesmiddelen voor. Het enige wat je kunt doen, is wachten tot het vanzelf overgaat. Je afweersysteem heeft tijd nodig om het virus op te ruimen. Voordat het zover is, kun je last houden van klachten, maar er is weinig gevaar voor je gezondheid op de lange termijn. Er is zelden sprake van complicaties bij de ziekte van Pfeiffer.

Probeer zoveel mogelijk door te gaan met je dagelijkse activiteiten, tenzij je erg veel last hebt van pijn of koorts. Dan is rust nemen aan te raden, om je lichaam te helpen met het bestrijden van het virus. Ook gezonde voeding kan het herstel sneller laten verlopen.

Prognose

De gevolgen van besmetting met het Epstein-Barrvirus zijn voor iedereen anders. Sommige mensen merken er niets van, anderen krijgen de klachten die horen bij de ziekte van Pfeiffer. Deze gaan altijd vanzelf over; normaal gesproken binnen vijf tot acht weken. Het vermoeide gevoel kan wel langer aanhouden, tot zo'n drie maanden.

Auteur 
Bron 
  • RIVM
  • Maag Lever Darm Stichting