Unieke spierbundel vol smaakpapillen
Weet jij uit hoeveel spieren je tong eigenlijk bestaat? En dat een afwijkende kleur kan duiden op verschillende ziektes? Acht interessante weetjes over de tong.
1. Je tong is een echte spierbundel
Wist je dat je tong vooral uit spieren bestaat? Het lijkt misschien één grote spier, maar dat is het niet.
Er zitten spieren aan de binnenkant en aan de buitenkant van de tong. Extrinsieke spiertjes verbinden de tong met de onderkaak, het tongbeen en de schedelbasis. Met deze spieren beweeg je je tong alle kanten op. De intrinstieke spieren zitten in de tong zelf. Deze spieren maken vormverandering mogelijk.
Je hebt in totaal acht spieren nodig om je tong van vorm te kunnen veranderen en om deze te kunnen bewegen.
2. Tongafdruk is uniek
Elke tong ziet er anders uit. Een afdruk van je tong is net zo uniek als een vingerafdruk of de patronen in je iris (het gekleurde gedeelte van je oog).
3. Je hebt verschillende soorten smaakpapillen
Op je tong zitten smaakorgaantjes, oftewel gustatoire sensorische organen, gegroepeerd in de verschillende smaakpapillen.
Je hebt verschillende soorten smaakpapilllen: papillae circumvallatae (achteraan), papillae foliatae (achterzijkant) en papillae fungiformis en filiformis (op verschillende plaatsen bovenop de tong). De verschillende soorten smaakpapillen kunnen allemaal alle smaken onderscheiden, maar ze zijn anders van vorm.
4. Je kunt je tong laten ‘dichtnaaien’
In Amerika heeft een chirurg een bizarre afvalmethode bedacht. Paul Chugay naait een stukje plastic van het formaat van een postzegel op je tong, zodat je alleen nog maar vloeibaar voedsel kunt eten. Kauwen op vast voedsel is met de zogenaamde 'miracle tongue patch' heel lastig en pijnlijk. De chirurg beweert dat bij zijn patiënten de kilo’s eraf vliegen. Gezond eten en meer bewegen lijkt ons toch een gezondere methode om gewicht te verliezen.
5. Naarmate je ouder wordt, proef je minder
Gelukkig hoef je niet je hele leven met hetzelfde setje smaakpapillen te doen. Ze vernieuwen zich ongeveer elke tien dagen. In de loop der jaren neemt hun gevoeligheid wel af. Oudere mensen proeven smaken daarom vaak minder goed dan jongeren en zijn soms geneigd om maar een extra schepje suiker of zout toe te voegen aan hun eten.
Minder goed proeven kan ook andere oorzaken hebben. Bijvoorbeeld roken, medicijngebruik, een erg droge mond, ontstekingen, een hersenbeschadiging, diabetes en nierziekten. Is je reukvermogen vermindert, zoals tijdens een verkoudheid, dan treedt er ook smaakverlies op.
6. Vreemde kleur of textuur kan duiden op ziekte
Normaal gesproken is de tong rozig van kleur en heeft deze een egaal oppervlak. Sommige mensen hebben een laagje 'begroeiing' op hun tong, dat wittig, geel, oranje, groen of donker van kleur kan zijn. Dat noemen we een haartong. Zo’n haartong ontstaat als het evenwicht tussen het slijten en aanmaken van de cellen van de tong verstoord is. Het is een onschuldige kwaal.
Een rode tong kan wijzen op bloedarmoede, een vitaminegebrek of roodvonk. Bij ijzergebrek kan je tong bleek worden en candidiasis zorgt voor een witte laag op je tong. Een hele gladde tong, zonder enige structuur, komt voor bij glutenintolerantie. Allergieën, aften en bacteriële infecties kunnen zweertjes op je tong veroorzaken. Bultjes zijn meestal onschuldig, maar kunnen ook kwaardaardig zijn. Met een zweertje of zwelling op de tong dat maar niet weggaat, kun je het beste even langs je huisarts gaan.
7. Tongrolletje is geen erfelijke eigenschap
De een kan het wel, de ander niet: je tong opvouwen zodat er een tunneltje ontstaat. Veel mensen denken dat dit truukje genetisch bepaald is en dat jij het alleen kan als één van je ouders ook een tongroller is. Onderzoek onder tweelingen heeft echter uitgewezen dat dat een fabeltje is. Bovendien valt het met een beetje oefenen te leren.
8. Extra grote tong bij zeldzame aandoening
In Nederland worden jaarlijks circa 15 kinderen geboren met het Beckwith-Wiedemannsyndroom. In de baarmoeder en tot een leeftijd van een jaar of 8 groeien deze kinderen sneller dan normaal. Hierbij ontwikkelen ze vaak ook een opvallend grote tong.
Zo’n grote tong kan problemen opleveren met eten, ademhalen en praten. Soms biedt fysiotherapie een oplossing, maar soms moet de tong chirurgisch verkleind worden. De tong kan daarna weer aangroeien.
- WebMD
- Erfelijkheid.nl
- KNO