Zo zit het met haargroei
Bijna je hele lichaam is bedekt met haar. Gelukkig wordt het niet overal even lang. Zelfs het haar op je hoofd heeft een maximumlengte. Een kapsel met lange, natuurlijke lokken, is dus niet voor iedereen weggelegd.
Het haar groeit over het hele lichaam ongeveer even snel, zo'n 0,1 tot 0,4 millimeter per dag. Verschillen in haarlengte worden dus niet veroorzaakt door de groeisnelheid. Wel is er een verschil in de manier waarop haar groeit. Zo groeit elk haartje volgens een haarcyclus.
Rust
Elke haarwortel (follikel) kent een periode van actieve haarproductie. Die wordt afgewisseld met een periode van rust, waarin het haar niet meer groeit.
Na de rustperiode wordt het haar in zijn geheel uit de huid gestoten en begint er nieuw haar te groeien. Op de armen en benen duurt deze cyclus enkele maanden, waardoor de haren er niet langer kunnen worden dan enkele centimeters.
Hormonen
De lengte van de cycli verschilt van mens tot mens. Daardoor kan niet iedereen zijn hoofdhaar laten groeien tot dezelfde lengte.
Lange tijd werd gedacht dat hormonen de afwisseling van groei en rust regelden. Nu blijken hormonen inderdaad invloed uit te oefenen, maar ze zijn lang niet zo belangrijk als de regulering binnen de wortel zelf.
Haren in het afvoerputje
De groeicycli van twee naast elkaar gelegen haarfollikels zijn niet op elkaar afgestemd. De één kan in de groeifase verkeren, terwijl de ander in rust is.
Haaruitval is daarom meestal niet zo'n opvallend verschijnsel. Je merkt het alleen aan de haren in de kam of borstel, of in het afvoerputje van de douche.