10 vragen over hormonen

Wat doen ze? En hoe?

Getty Images

Elk soort hormoon in je lichaam heeft zijn eigen specifieke functie. Wat doen ze, en hoe, in tien vragen en antwoorden.

1. Hoeveel verschillende hormonen heeft een mens?

In totaal wel rond de honderd. De bekendste zijn de geslachtshormonen: oestrogenen en testosteron. Maar we hebben er dus veel meer. Hormonen zijn stofjes die ons lichaam zelf aanmaakt om vervolgens allerlei functies en processen te organiseren en te beïnvloeden. Ze zijn letterlijk van levensbelang – zonder hormonen zou de boel direct vastlopen.

2.Wat doen ze dan bijvoorbeeld?

De lijst is bijna te lang om op te noemen. Hormonen zijn onder andere betrokken bij de groei en ontwikkeling, bij de voorplanting, bij het regelen van algemene ­lichaamsprocessen zoals temperatuur, bloeddruk, bloedsuiker, stofwisseling en ­botdichtheid en bij de spijsvertering. Daarnaast spelen ze een belangrijke rol bij ­gevoel en gedrag.

3. Hoe doen ze dat?

Dat is een ingewikkeld proces. Op verschillende plekken worden hormonen aangemaakt, zoals in de hypofyse (een klier in de hersenen), de schildklier, de alvleesklier, de eierstokken, de testikels en de bijnieren. Vervolgens verspreiden die zich door het hele lichaam. Maar ze kunnen hun werk pas doen als ze cellen vinden die een ontvanger (receptor) voor dat specifieke hormoon hebben. Dat wordt ook wel het sleutel-slot-principe genoemd: alleen de juiste hormonale sleutel kan het celslot openen. Gaat een hormoon een cel binnen, dan geeft het daar zijn boodschap af: dit moet er nu gebeuren. Vervolgens worden er allerlei activiteiten in gang gezet.

4. Hoe weet het lichaam welke opdracht waar moet worden afgegeven?

Het hormoonstelsel heeft een soort bewakingssysteem. Dat zorgt ervoor dat er van alle stoffen de juiste hoeveelheid in het lichaam aanwezig is. Komt er te veel van een bepaalde stof in het bloed, dan remmen de hormonen de productie daarvan af. Is er te weinig, dan zorgen ze er juist voor dat er meer van wordt aangemaakt.

5. Hebben vrouwen andere hormonen dan mannen?

Nee, iedereen heeft alle hormonen in zijn lijf. Mannen hebben dus ook (een klein beetje) vrouwelijke hormonen (oestrogenen) en vrouwen (een klein beetje) mannelijke (testosteron). Wel is het natuurlijk zo dat de hoeveelheden geslachtshormonen bij mannen en vrouwen erg verschillen.

6. Hoe komt het dat hormonen je blij of verdrietig maken?

Daar is de wetenschap nog niet helemaal over uit, maar zeker is dat hormonen een cruciale rol spelen bij gevoel en gedrag. Dat komt vermoedelijk doordat veel hormonen een direct effect hebben op processen in het brein. Als de schildklier bijvoorbeeld te veel hormonen produceert, kun je je heel gejaagd voelen. Andere hormonen zorgen er (mede) voor dat je blij wordt, of juist depressief.

7. Verandert je hormoonhuishouding als je ouder wordt?

Jazeker. Het bekendste voorbeeld is de overgang bij vrouwen, het directe gevolg van de afname van vrouwelijke hormonen. Los daarvan worden de niveaus van veel andere hormonen vanaf je 20ste heel langzaam lager. Je merkt daar bijvoorbeeld iets van als het vet zich op een andere manier over je ­lichaam gaat verdelen, of als je spierkracht afneemt. Lang werd gedacht dat als je bepaalde hormonen zou aanvullen, je daarmee veroudering zou kunnen tegengaan – hormonen als bron van de eeuwige jeugd. Maar tot nu toe heeft niet één onderzoek bewezen dat dat echt zo werkt.

8. Kennen mannen ook een overgang?

Niet in de zin van een afgebakende periode, zoals bij vrouwen. Maar vanaf een jaar of 30 daalt het testosterongehalte bij mannen wel elk jaar met 1 of 2 procent. Dat gaat door tot hun dood. Onder andere overgewicht kan dat proces versnellen. Een te laag testosteronniveau kan klachten geven, zoals gewrichtspijn, vermoeidheid, slaapproblemen, prikkelbaarheid, overmatig zweten en seksuele problemen. Die lijken dan wel weer op overgangsklachten van vrouwen. Net als bij vrouwen kunnen die bij mannen worden behandeld met hormoontherapie. Overigens hebben lang niet alle mannen met een laag testosteron daar last van. Van alle 50-jarige mannen heeft 1 op de 5 officieel een te lage testosteronwaarde, maar slechts 1 à 2 op de 100 ervaart daar klachten door. Nog een interessant cijfer: slechts 1 op de 20 erectieproblemen is het gevolg van een tekort aan testosteron. Het mannelijke geslachtshormoon is namelijk wel noodzakelijk om lust op te wekken, maar speelt bij het krijgen van een erectie een minder grote rol dan veel mensen denken.

9. Wat kan er fout gaan met hormonen?

Simpel gezegd kan het lichaam te veel of te weinig van een bepaald hormoon aanmaken. Dat kan verschillende redenen hebben, zoals (goedaardige) wildgroei van cellen in de organen die hormonen produceren (waardoor ze niet goed meer naar het bewakingssysteem luisteren), of het eigen afweersysteem van het lichaam, dat zich tegen bepaalde hormoonproducerende organen keert. De problemen die dan ontstaan zijn specifieke hormoonziekten. Maar een verstoorde hormoonhuishouding speelt bij veel meer aandoeningen een rol. Zo ontregelt overgewicht het op peil houden van bloedsuikers, waardoor iemand diabetes type 2 kan ontwikkelen. Lees meer over leefstijl en hormonen op pagina 116.

10. Wat is het nieuwste wetenschappelijke inzicht over hormonen?

Dat ze op meer plekken in het lichaam worden gemaakt dan artsen lang dachten. In de darmen bijvoorbeeld. Op het moment dat je gaat eten, worden daar zogenaamde ‘incretines’ geproduceerd: hormonen  die onder andere de bloedsuiker beïnvloeden. Door mensen met ­diabetes type 2 medicijnen te geven die de aanmaak van dat hormoon stimuleren, hoeven ze minder snel insuline te gaan spuiten.

Belangrijke hormonen

Cortisol: is onder andere verantwoordelijk voor (de reactie op) stress, werkt ontstekingsremmend, stimuleert energie en vergroot de zin in suiker.
Groeihormoon: stimuleert groei, weefselgenezing en botdichtheid, helpt bij het herstel van ziekte en geeft spieren stevigheid.
Insuline: zorgt er onder andere voor dat het bloedsuikergehalte niet te hoog wordt en vergroot de opslag van energie in vet en spieren.
Melatonine: speelt een belangrijke rol bij onder andere het dag-en-nachtritme en de slaap.
Oestrogenen: de vrouwelijke geslachtshormonen zorgen onder andere voor de ontwikkeling van de vrouwelijke geslachtskenmerken en regelen de menstruatiecyclus. Maar ze zijn bijvoorbeeld ook betrokken bij het op peil houden van de bloeddruk en het cholesterol, en het sterk houden van de botten.
Testosteron: het mannelijke geslachtshormoon zorgt voor de ontwikkeling van de mannelijke geslachtskenmerken en het sperma. Verder is het de motor van het libido en stimuleert het onder andere spieraanmaak en botdichtheid.
Thyroxine: dit schildklierhormoon stimuleert onder andere de vetverbranding, maakt energie vrij, verbetert de doorbloeding, verhoogt de eetlust en hartslag, reguleert de stofwisseling en verlaagt het cholesterol.

Auteur 
Bron 
  • Plus Magazine