Alles over het vrouwenbrein: klein maar fijn

De verschillen tussen de hersenen van vrouwen en mannen

senior vrouw denkt na
Getty Images

Al hebben vrouwen gemiddeld een kleiner brein dan mannen, ze zijn even intelligent. Psychiater en neurowetenschapper Iris Sommer onderzocht hoe dat kan - en ontdekte meer verschillen.

Al bij de geboorte hebben meisjes gemiddeld kleinere hersenen en minder hersencellen dan jongens. Tijdens de puberteit wordt dat verschil groter. Volwassen vrouwen hebben uiteindelijk gemiddeld 11 procent minder hersenvolume en 17 procent minder zenuwcellen in de hersenschors dan mannen. Het mannenbrein is gemiddeld anderhalf ons zwaarder dan een vrouwenbrein. Toch redden vrouwen zich prima.

“Het denkvermogen van mannen en vrouwen is gelijkwaardig”, aldus psychiater en neurowetenschapper Iris Sommer. “We zien dat mannen en vrouwen die precies hetzelfde zijn opgeleid het even goed doen op algemene IQ-metingen.” De vraag is hoe dit te verklaren is in het licht van de heersende gedachte binnen de wetenschap: hoe groter je brein, hoe slimmer je bent.

Net zo slim

Dat de hersenen van vrouwen kleiner zijn, was al langer bekend. Er werd volgens Sommer doorgaans beperkt aandacht aan gegeven in de wetenschappelijke literatuur en opleidingen. Dat heeft te maken met diverse ontwikkelingen, waaronder maatschappelijke. “In de medische en psychologische wereld werd een tijd gedacht dat vrouwen inferieur zijn aan mannen qua denken, intelligentie en creativiteit. Pas in de jaren zestig en zeventig, toen jongens en meisjes met gelijke opleiding onderzocht werden, zagen we dat meisjes even intelligent zijn. Het feit dat vrouwen kleinere ‘hardware’ hebben lijkt daarmee niet te rijmen. Zelf vroeg ik me ook af hoe het zat. In mijn eigen hersenonderzoek naar schizofrenie liep ik tegen fascinerende verschillen tussen mannen en vrouwen aan. Dat riep bij mij de vraag op of we in de geneeskunde het mannenbrein wel als model mogen gebruiken voor het vrouwenbrein.” Voor Sommer was dit een drijfveer om in dit mysterie te duiken en honderden wetenschappelijke studies over de sekseverschillen in het brein te bestuderen. Over haar bevindingen schreef ze Het vrouwenbrein.

Op volle toeren

Vrouwen blijken hun kleinere brein op diverse manieren te compenseren. “ Ze hebben minder hersencellen, maar die maken per cel meer verbindingen met andere zenuwcellen”, vertelt Sommer. “ Ook zijn de hersencel-lagen bij vrouwen sterker opgevouwen, zodat er toch veel lagen in hun kleinere schedel passen.” Maar de meest bepalende factor is dat vrouwenhersenen een hoger metabolisme hebben. Daarbij spelen hormonen een rol, met name oestrogeen. “Vrouwenhersenen verbranden per kubieke centimeter meer glucose en zuurstof dan de hersenen van mannen. Vrouwen hebben dus een kleiner motortje, maar het draait harder. Hersenonderzoeker dr. Swaab zei het zo: ‘Mannen hebben een grote Amerikaanse slee onder de schedelpan, vrouwen een kleine Europese auto. Ze rijden even hard, maar de motor van de Europese auto maakt meer toeren’.”In haar boek Het vrouwenbrein stelt Sommer dat er in studies geen overtuigend bewijs is gevonden dat vrouwen minder intelligent zijn dan mannen. Er zijn echter wel verschillen. “Het denkvermogen van mannen en vrouwen is gelijkwaardig, maar niet hetzelfde. Ze zijn op onderdelen subtiel anders. Vrouwen hebben bijvoorbeeld een voordeel op het gebied van vloeiend en snel praten. Mannen hebben gemiddeld een iets beter ruimtelijk voorstellingsvermogen en een sneller reactievermogen. Vrouwen hebben dan weer een ander voordeel: zij kunnen emoties van anderen beter herkennen.” 

Je kunt het vrouwenbrein zien als een kleiner motortje, maar het draait harder

Poppen en auto’s

Ook als het gaat om interesses zijn mannen en vrouwen anders. “Dat verschil is groter dan het verschil in vaardigheden. Lang dachten we dat meisjes gek waren op poppen en jongens op auto’s omdat ze in hun kindertijd met gendertypisch speelgoed speelden. Experimenten met genderneutrale opvoeding laten zien dat zo’n 80 procent van de meisjes alsnog meer interesse toont in stereotiepe meisjeshobby’s en 80 procent van de jongens in uitgesproken jongenshobby’s.” Dat betekent echter niet dat vrouwen per definitie altijd ‘vrouwelijke’ beroepen kiezen. “Je moet het breder zien. Meer vrouwen dan mannen hebben een intrinsieke aanleg voor intermenselijk contact, voor relaties, voor communicatie. Dat kun je ook gebruiken in een leidinggevend beroep. Mannen hebben vaker dan vrouwen in aanleg meer interesse in objecten, bouwen en techniek. Toch kunnen mannen heel goed worden opgeleid tot psycholoog en vrouwen tot bouwkundig ingenieur.”

Beren op de weg

Er zijn meer verschillen tussen mannen en vrouwen die de werking van de hersenen beïnvloeden. Verschillen in persoonlijkheid bijvoorbeeld. Je persoonlijkheid, de combinatie van je denken, voelen en gedrag, wordt in de wetenschap vaak gemeten op vijf kenmerken: extraversie, neuroticisme, gewetensvolheid, openheid en vriendelijkheid. Vrouwen scoren gemiddeld hoger op vriendelijkheid en neuroticisme. Dat laatste is een karaktertrek die verband houdt met emotionele instabiliteit. De hogere vrouwelijke score op neuroticisme is met 16 procent het meest uitgesproken, zegt Sommer. “Vanaf de puberteit zien vrouwen gemiddeld vaker dan mannen beren op de weg. Ze maken zich sneller zorgen.” Ook dit heeft een relatie met hormonen; vrouwen maken gemiddeld vijf keer minder testosteron aan dan mannen. Neuroticisme hoeft overigens niet verkeerd te zijn. “ Het heeft zeker voordelen, want je organiseert dingen waarschijnlijk beter. Het kan er echter wel toe leiden dat je ’s nachts wakker ligt, onnodig aan jezelf twijfelt en uitdagingen uit de weg gaat. Vanuit mijn vakgebied zie ik dat neuroticisme vrouwen kwetsbaarder maakt voor angststoornissen en depressie.” Voordeel tegen virussen Ook het biologische stresssysteem is bij mannen en vrouwen verschillend ingericht. Sommer: “Als mannen en vrouwen aan dezelfde stressfactor worden blootgesteld, reageert het stresssysteem van mannen gemiddeld heftiger dan vrouwen. Hun cortisolspiegel stijgt meer en hun bloeddruk loopt hoger op. De verlaagde stressreactie van vrouwen hangt samen met het vrouwelijk hormoon oestrogeen, dat vanaf de vruchtbare leeftijd de hersenen beschermt tegen de ongunstige effecten van langdurige stress. Als de natuurlijke oestrogeenproductie na de menopauze lager wordt, neemt die bescherming af.” Stress is ook gekoppeld aan de verschillende sociale rollen van man en vrouw, voegt Sommer eraan toe. “Vrouwen worden in deze maatschappij blootgesteld aan andere stress en trauma’s dan mannen en gaan er anders mee om. Vrouwen zijn meer geneigd om te praten over iets dat hun stress bezorgt. Mannen zoeken vaker afleiding als reactie op stress. Bijvoorbeeld door te sporten, maar ook door het gebruik van alcohol of drugs.” Het immuunsysteem is een ander orgaan dat bij mannen en vrouwen niet gelijk is. “Het afweersysteem is bij vrouwen gemiddeld iets actiever dan bij mannen. Het weert met name virale infecties beter af. Typerende voorbeelden zagen we tijdens de COVID-19 pandemie. Mannen die het virus opliepen, kwamen vaker dan vrouwen op de intensive care terecht. De sterfte onder vrouwen was lager. Dat reactievere immuunsysteem heeft deels met chromosomen te maken, dus erfelijke aanleg, en deels met hormonen, zoals oestrogeen. Ook opmerkelijk: vrouwelijke immuuncellen sporen eerder voorstadia van kanker of kleine kankergezwellen op en kunnen ze dan nog uitschakelen. Ook op middelbare leeftijd is dit voordeel nog aanwezig. Pas na de menopauze neemt de immuunreactiviteit van vrouwen wat af en raken ze hun voordeel kwijt.” Dat actievere immuunsysteem heeft wel een keerzijde: vrouwen zijn kwetsbaarder voor allergieën, astma en auto-immuunziekten, dus aandoeningen waarbij je immuunsysteem zich tegen je eigen lichaam keert.

Vrouwen praten eerder over stress, mannen zullen vaker afleiding zoeken

Meer kans op dementie

Hersenaandoeningen komen bij zowel mannen als vrouwen voor. Wel zijn er aandoeningen die vaker vrouwen treffen, namelijk anorexia, angststoornissen, migraine, depressie, MS en de ziekte van Alzheimer. Mannen zijn dan weer gevoeliger voor autisme, ADHD, verslaving, het syndroom van Gilles de la Tourette, schizofrenie, ALS en de ziekte van Parkinson. “De meest voorkomende hersenaandoeningen zijn dementie en parkinson. Vrouwen hebben dubbel zoveel risico als mannen om dementie te ontwikkelen, terwijl mannen twee keer zo vaak als vrouwen de ziekte van Parkinson krijgen. De grootste oorzaken van deze verschillen zijn verschillen in ontwikkeling, persoonlijkheid, hormonen en het immuun- en stresssysteem tussen mannen en vrouwen.” Bij ongeveer de helft van de aandoeningen spelen ook omgevingsinvloeden een rol. “Zo heeft parkinson waarschijnlijk een relatie met blootstelling aan landbouwgif. Anorexia kan getriggerd worden door een omgeving die een slank schoonheidsideaal oplegt.”

Oefening baart kunst

Het vrouwenbrein is gemiddeld anders dan het brein van de man, concludeert Iris Sommer. Of dat nu prettig is om te horen of niet, het is belangrijke informatie voor hersenwetenschappers en de basis voor verder hersenonderzoek. Kunnen we als individu ook nog iets met deze informatie? “Het gaat om gemiddelden en niemand is de gemiddelde man of vrouw.  Maar het is goed mogelijk dat je dingen herkent. Bijvoorbeeld dat je inderdaad sneller beren op de weg ziet en je het jezelf daardoor soms extra lastig maakt. Het kan fijn zijn om te weten dat dat een relatie heeft met je brein en je hormoonbalans. Er is ook best iets aan te doen. Dat hoeft niet per se therapie te zijn; ook gesprekken met mensen om je heen kunnen al helpen.” Hersenen zijn erg plastisch, zo besluit ze. “Er zijn weinig dingen die je niet kunt leren, met welk brein dan ook. Oefening baart kunst. Als je lang genoeg oefent, word je vanzelf ergens goed in. Of je nu een man of een vrouw bent.” 

Iris Sommer is psychiater en neurowetenschapper en als hoogleraar verbonden aan het UMC Groningen. Sommer maakt de neurowetenschappen voor een breed publiek toegankelijk. Ze schreef de boeken Stemmen horen, Haperende hersenen, De zeven zintuigen, Voed je brein, De bacterie en het brein en haar meest recente werk: Het vrouwenbrein.

Een andere versie van dit artikel verscheen eerder in Plus Gezond augustus 2024. Abonnee worden van het blad? Dat doe je in een handomdraai.

Auteur 
Bron 
  • Plus Gezond