Eentje dan...
Nee, dit is geen excuus om elke avond een fles open te trekken en ad fundum dan maar. Uit onderzoek blijkt echter wel dat dagelijks één biertje of één borrel, of beter nog één glas wijn, het risico op dementie verkleint.
Een analyse van 143 studies over de invloed van matige alcoholconsumptie op het functioneren van het brein neemt de laatste twijfel weg: af en toe een glaasje vermindert het risico op dementie.
Het type alcoholische drank speelt maar een kleine rol: zowel bier en wijn als sterke drank zijn heilzaam voor de hersenen, waarbij wijn een íets beter effect heeft. Voorwaarde is wel dat je als vrouw niet meer dan één glas per dag drinkt en als man maximaal twee glazen. Vanaf drie glazen per dag is er een tegengesteld effect: het risico op dementie neemt dan juist toe.
Van 'liever niet' naar 'eentje graag'
Het eerste wetenschappelijk onderzoek naar de effecten van matige alcoholconsumptie op de hersenen werd uitgevoerd in de late jaren 70. In die tijd vond men bij matige drinkers geen óf een licht negatief effect op de cognitieve functies, zoals het geheugen, het leervermogen, het taalgebruik en het kunnen begrijpen en uitvoeren van complexe taken.
Maar in 1998 keerde het tij: nieuw onderzoek naar de impact van licht tot matig drinken liet opeens een gunstig effect van alcohol op de hersenen zien, en zelfs een afname van het risico op dementie. Volgens de auteurs van de meta-analyse (waarbij de uitkomsten van verschillende onderzoeken worden samengevoegd) is deze omslag het gevolg van de manier van evalueren.
In de periode 1970-1997 maakten onderzoekers gebruik van uiteenlopende en minder nauwkeurige neuropsychologische tests, terwijl vanaf 1998 de Mini-Mental State Examination (MMSE) dé standaard werd. De MMSE heeft een grote diagnostische waarde bij wetenschappelijk onderzoek naar de werking van het brein en geeft een goed idee van hoe het gesteld is met de cognitieve functies.
Met deze test wordt het geestelijk functioneren onderzocht aan de hand van een reeks van elf vragen, waarmee de oriëntatie, registratie, aandacht, taal, het inschattingsvermogen en het geheugen worden beoordeeld. Zo kan worden ingeschat hoe de hersenen werken en hoe groot eventuele neurologische schade is. De oorzaak van een eventuele stoornis kan niet worden vastgesteld, wel de ernst.
Dementie wat uitstellen
Lichte tot matige alcoholconsumptie remt het verminderen van de cognitieve functies bij ouderen. Daardoor wordt dementie een beetje uitgesteld. Bij jonge mensen die af en toe een glaasje drinken heeft alcohol geen invloed op de hersenwerking. De impact is bij mannen en vrouwen hetzelfde, terwijl vrouwen toch andere drinkgewoonten hebben: zij verkiezen wijn boven bier en drinken doorgaans minder.
Dat matige drinkers een iets kleiner risico lopen op dementie dan geheelonthouders, mag voor die laatsten geen reden zijn om te gaan drinken. Het gunstige effect van alcohol is heel beperkt en te vergelijken met de gunstige invloed van andere factoren, zoals een mediterraan eetpatroon (veel groenten, fruit, volkorenproducten, peulvruchten, vis en olijfolie), een hoge opleiding, een actieve, sportieve levensstijl en zelfs tuinieren. Behalve een lager risico op dementie heeft matige alcoholconsumptie ook een (beperkte) gunstige invloed op hart en bloedvaten: het risico op een hartinfarct daalt licht.
Wie van een (één!) glaasje houdt, mag dus voortaan gerust 'santé' zeggen, maar tegen je zin alcohol gaan drinken is ook weer niet nodig.
- Plus Magazine