Vaker opereren, betere medicijnen
Vroeger was er vrijwel geen effectieve behandeling bij uitgezaaide dikkedarmkanker. Dankzij nieuwe technieken en medicijnen zijn de overlevingskansen van patiënten met deze vorm van kanker flink toegenomen. Oncoloog Kees Punt vertelt over de ontwikkelingen in zijn vakgebied.
“Vijfentwintig jaar geleden was de helft van de patiënten met uitgezaaide dikkedarmkanker binnen 7 tot 8 maanden overleden. Dat is opgeschoven naar ruim 2 jaar. Ook de 5-jaars overleving van deze patiënten is toegenomen, van minder dan 5 procent naar 20 procent”, zegt Kees Punt, hoogleraar medische oncologie in het AMC te Amsterdam, gespecialiseerd in kanker van het maagdarmkanaal. “Dit komt door nieuwe effectieve geneesmiddelen en doordat we steeds meer patiënten met uitzaaiingen kunnen opereren.”
Screening
Hij is blij dat de darmkankerscreening voor 55-plussers gestart is. “Daardoor wordt de ziekte steeds vroeger gesignaleerd en zal uitgezaaide darmkanker op termijn veel minder voorkomen.” Bij 20 tot 25 procent van de mensen is al sprake van uitzaaiingen bij de eerste diagnose. Dikkedarmkanker zaait doorgaans als eerste uit naar de lever. Dat gebeurt bij ongeveer de helft van de patiënten. “Lange tijd was een operatie alleen mogelijk als er slechts één of twee uitzaaiingen waren, maar inmiddels is bepalend hoeveel gezonde lever na een operatie behouden blijft. Dit ligt minimaal rond de 30 procent. Wel mogen de uitzaaiingen niet te dicht bij de grote bloedvaten en galwegen liggen”, zegt Punt.
Vaak krijgen patiënten voor een operatie eerst chemotherapie in combinatie met zogenaamde doelgerichte (targeted) therapie om de uitzaaiingen kleiner en daardoor meer toegankelijk voor operatie te maken. Van de patiënten bij wie de leveruitzaaiingen succesvol chirurgisch zijn verwijderd, leeft 30 tot 50 procent nog minstens 5 jaar. “Eigenlijk kunnen we na 5 jaar van genezing spreken”, zegt Punt, “want de kans dat de ziekte daarna nog terugkomt is klein.”
Nieuwe behandelingen en technieken
Voor wat betreft lokale behandelingen van de lever worden verschillende technieken onderzocht als alternatief voor chirurgie. Bijvoorbeeld radiofrequentie ablatie (RFA, wegbranden van de uitzaaiing), stereotactische radiotherapie (precisiebestraling), en radio-embolisatie (inspuiting van radioactieve bolletjes in de lever). Indien uitzaaiingen door een operatie volledig zijn te verwijderen verdient dit echter nog steeds de voorkeur. Als een operatie niet mogelijk is, heeft de patiënt geen kans op genezing meer, maar biedt behandeling met geneesmiddelen wel een duidelijke overlevingswinst.
Er zijn drie soorten werkzame chemotherapie (5FU of capecitabine, irinotecan, en oxaliplatin). Daarnaast zijn er meerdere doelgerichte medicijnen, zoals bevacizumab, cetuximab en panitumumab. Zij remmen specifieke groeisignalen van kankercellen. Deze middelen maken inmiddels onderdeel uit van de standaardbehandelingen. Ook zijn er nieuwe middelen als aflibercept en regorafenib, waarvan de plaatsbepaling nog wordt onderzocht.
“De uitdaging is om voor elke patiënt de juiste combinatie en volgorde van medicijnen te bepalen. Naast bepaalde karakteristieken van de patiënt wordt steeds duidelijker dat tumoreigenschappen het meest voorspellend zijn voor de werkzaamheid van kankermedicijnen. We gaan toe naar een behandeling op maat voor elke patiënt, maar zover is het nog niet, want daarvoor is nog veel onderzoek nodig”, benadrukt Punt.
- Plus Magazine