De bijwerkingen verzachten
Niemand wenst het zichzelf of een ander toe, maar toch kan het gebeuren: je krijgt te horen dat je kanker hebt, die behandeld moet worden met chemo en/of bestraling. Wat gebeurt er dan precies en hoe kom je er zo goed mogelijk doorheen?
Je hoort het woord wel eens vallen: cytostatica. Maar chemo, dat klinkt veel bekender. Cytostatica is de medische term voor chemomedicatie, vaak ingezet om kanker te bestrijden.
Alleen chemo niet afdoende
Een andere behandelvorm is bestraling, ofwel radiotherapie. In de meeste gevallen krijgt een patiënt beide therapieën als advies. Slechts bij een aantal tumoren is alleen chemo afdoende om de kanker te bestrijden.
Ook om de 'restjes' van tumoren na een geslaagde operatie te verwijderen, krijgen patiënten vaak chemo toegediend. Soms, als er tegen kanker niets meer te doen is, kan chemo helpen om de pijn te verzachten doordat de tumor dan niet meer groeit.
Chemo kan echter ook vóór een operatie of bestraling worden gegeven: dit kan de tumor gevoeliger maken voor de geplande ingreep.
Actie tegen celdeling
Wie een chemokuur krijgt voorgeschreven, krijgt simpel gezegd medicijnen binnen die de celdeling tegengaan. Het is de bedoeling dat schadelijke kankercellen daardoor niet in aantal kunnen toenemen. Cytostatica vernietigen bovendien bestaande kankercellen.
Voorwaarde voor een chemokuur is dat je voldoende bloedlichaampjes in je bloed hebt. De chemo hakt namelijk in op het aantal witte bloedlichaampjes en dat veroorzaakt vermoeidheid en een grote kans op infecties.
Witte bloedlichaampjes zorgen immers voor je weerstand. Mensen die dus vóór de chemokuur al weinig bloedlichaampjes hebben, moeten vaak een tijdje wachten tot ze met de therapie kunnen starten.
Rust om te herstellen
Cytostatica zijn soms vloeibaar en gaan via een infuus het lichaam in, maar het kunnen ook tabletten zijn die oraal moeten worden ingenomen. Sommige mensen krijgen de medicatie via een onderhuidse injectie toegediend.
Tussen de uren of dagen dat iemand chemo krijgt, zit vaak een aantal rustweken. Omdat de cytostatica ook de gezonde celdeling stopt, heeft het lichaam steeds een tijdje rust nodig om die goede cellen weer te laten herstellen. Dat er dus tussentijds niet behandeld wordt, is heel normaal.
Bijwerkingen en tips
Chemo staat bekend om haar bijwerkingen, variërend van haaruitval tot misselijkheid. Uiteraard verschilt het per persoon hoe erg de bijwerkingen zijn en wat kan helpen om het leed wat draaglijker te maken.
Over het algemeen kun je een aantal dingen doen om de bijwerkingen te verzachten:
- Omdat je slijmvliezen door chemo verzwakken, is het niet handig om lenzen te dragen. Je ogen zijn daar te droog voor. Je neusslijmvliezen laten sneller virussen door, dus probeer verkouden mensen te vermijden.
- Je kunt anti-emetica krijgen tegen de misselijkheid. Deze medicijnen maken vaak deel uit van de behandeling; zo niet dan kun je ernaar vragen.
- Drink veel, zodat je nieren hun zuiverende werk blijven doen. Veel drinken kan ook helpen om misselijkheid te voorkomen.
- Rust en regelmaat is een goed advies bij vermoeidheid.
- Voor psychische problemen is er in je behandelteam altijd iemand aanwezig. Lotgenoten zijn via KWF Kankerbestrijding te vinden.
Radiotherapie
Radiotherapie (bestraling) vindt plaats om tumoren op een bepaalde plek te vernietigen. Soms ook kan bestraling een voorbereiding zijn op een operatie: de straling maakt dan de tumor klein genoeg om door een chirurg te laten verwijderen.
Voor de bestraling worden er meestal lijntjes op je lichaam getekend. Deze geven aan waarbinnen de lichtbundeltjes van de straling moeten vallen. Die bestraling zelf duurt niet zo lang: hooguit zo'n tien tot vijftien minuten. Je voelt er niks van en kunt na de behandeling weer naar huis; tenzij je al in het ziekenhuis lag.
Net als bij chemotherapie gaan ook bij radiotherapie gezonde cellen ten onder. De meeste mensen zijn dan ook moe door de behandeling en hebben ook minder eetlust, net als vaak bij chemotherapie. De overige bijwerkingen van bestraling zijn echter anders dan bij chemo: bijwerkingen bevinden zich met name op de plek waar bestraald is.
Verwen je huid
Zo valt er bijvoorbeeld alleen haar uit op de plek waar de straling heeft plaatsgevonden. De huid op die plaats is vaak verbrand, zoals bij wie te lang in de zon heeft gezeten. Soms komen er schilfers of blaasjes op de huid, maar in principe verdwijnen de klachten weer binnen twee tot vier weken.
Wil je wat extra's doen voor je huid? De arts kan vette gaasjes of een zalf voorschrijven. Draag ook geen strakke kleding of kleding die langs de bestraalde huid schuurt; probeer het jezelf zo prettig mogelijk te maken.