Preventief onderzoek
In Nederland worden alle vrouwen van 30 tot 60 jaar elke vijf jaar opgeroepen voor een uitstrijkje. Het is een eenvoudig onderzoek, bedoeld om baarmoederhalskanker en voorstadia daarvan zo vroeg mogelijk op te sporen en tijdig te behandelen.
Je voelt meestal niet al te veel van het onderzoek. Met een spatel of een borsteltje schraapt de dokter enkele cellen van je baarmoedermond. Die cellen worden op een onderzoeksglaasje uitgestreken en gaan naar een laboratorium voor onderzoek.
Om de vijf jaar
Een oproep voor een uitstrijkje krijg je na je dertigste eens in de vijf jaar. Soms is het echter verstandig om een extra uitstrijkje te vragen, bijvoorbeeld als je tijdens of vlak na geslachtsgemeenschap bloed verliest (contactbloeding).
Een baarmoedermond die vrij gemakkelijk beschadigd wordt, zou immers op baarmoederhalskanker kunnen wijzen. Ga dan zeker even langs je huisarts, ook als je nog geen dertig bent. Je kan het uitstrijkje het best laten maken als je niet menstrueert. Te veel bloed zorgt er namelijk voor dat de cellen minder goed te beoordelen zijn.
Voorzorgsmaatregel
Een uitstrijkje is zeker geen overbodige voorzorgsmaatregel. Uit het onderzoek kan blijken of je een voorstadium van baarmoederhalskanker hebt. Dat is absoluut nog geen reden voor paniek. Het voorstadium is goed te behandelen. Het betekent dus niet automatisch dat je later baarmoederhalskanker krijgt.
Uitslag
Er bestaan twee soorten uitslagen van een uitstrijkje: de Pap-uitslag en de KOPAC-uitslag. Pap is een afkorting van Papanicolaou, degene die deze indeling van de uitslagen van uitstrijkjes heeft gemaakt. Bij de KOPAC-uitslag staat elke letter voor een onderdeel van de beoordeling: K voor kwaliteit, O voor een ontsteking, P voor plaveiselcellen, A voor andere afwijkingen en C voor cilindercellen.
Soms geeft het laboratorium één van beide uitslagen, soms beide. De Pap-uitslagen lopen van 1 tot 5. Pap 1 betekent een normaal uitstrijkje. Bij een hogere Pap-uitslag is er reden voor herhaling of onderzoek door de gynaecoloog. Bij Pap 0 is het uitstrijkje niet goed te beoordelen.
De KOPAC-uitslag geeft voor elke letter een cijfer tussen 0 en 9. Zo betekent P1 normale plaveiselcellen. Bij P2 t/m P4 adviseert men een herhalingsuitstrijkje na zes maanden, en bij P5 of hoger onderzoek door de gynaecoloog. Ook een hoog cijfer van een andere letter is soms reden voor verder onderzoek.
Vervolgadvies
Over het algemeen duurt het een aantal weken voordat de uitslag bekend is. Vraag als het uitstrijkje gemaakt wordt aan je huisarts wanneer je kunt bellen voor de uitslag. Bij de uitslag van het uitstrijkje krijg je een vervolgadvies. Is alles goed, dan kun je de uitnodiging voor het bevolkingsonderzoek over 5 jaar afwachten. Zijn er afwijkingen gevonden of was het uitstrijkje niet goed te beoordelen, dan zal het advies zijn opnieuw een uitstrijkje te laten maken. Bij sommige uitslagen worden vrouwen direct naar een gynaecoloog (vrouwenarts) verwezen voor nader onderzoek.