Verlangen naar huis
Je bent lekker op vakantie en opeens bekruipt het je: gedachten aan thuis. Je voelt je naar en ongelukkig. Uit cijfers blijkt dat 50 tot 90 procent van de Nederlanders wel eens heimwee heeft. Leeftijd maakt niet uit. Wat is het precies en wat kun je er aan doen?
Heimwee wordt niet gezien als een echte ziekte. Toch kun je er behoorlijk ziek van zijn. Als je heimwee hebt, kun je nauwelijks stoppen met aan thuis te denken. Je krijgt het idee dat het daar allemaal veel beter is.
Herken heimwee
Je maakt je vertrouwde omgeving nog wat mooier dan het is. Daardoor word je verdrietig en ongelukkig. En zelfs lichamelijk voel je je niet al te best. Heimwee brengt stress met zich mee. Je krijgt misschien hoofdpijn of buikpijn of je slaapt slechter. Sommige mensen krijgen zelfs huiduitslag of hartklachten.
Zelf heb je vaak wel door dat je heimwee hebt, maar bij kinderen is het lastiger te herkennen. Vaak kun je veel opmaken uit het gedrag van een kind. Het huilt veel en trekt zich terug. Of een kind gedraagt zich juist gewelddadig of vervelend.
Soms klagen ze over buikpijn of misselijkheid. Bij een beetje heimwee hoef je niets te doen. Het gaat vanzelf wel over. Maar ernstige heimwee bij kinderen wordt bijna altijd alleen maar erger als je er niets aan doet.
Geen kinderkwaal
Heimwee wordt vaak gezien als een kinderkwaal, waar je wel overheen groeit. Maar heimwee is van alle leeftijden. Het komt voor bij kinderen die op kamp gaan, maar ook bij mensen die lang in het ziekenhuis moeten liggen. Studenten die op kamers gaan en militairen die uitgezonden worden, hebben ook vaak last van heimwee.
Sommige mensen zijn gevoeliger voor heimwee dan anderen. Zo past niet iedereen zich even gemakkelijk aan in een nieuwe omgeving. Verder vergroot een gedwongen vertrek de kans op heimwee. En mensen die niet goed tegen veranderingen kunnen of stellig geloven dat ze vast heimwee krijgen, lopen ook meer risico.
Voor de reis
Je kunt veel doen om heimwee te voorkomen, al voordat je vertrekt.
- Verken je nieuwe omgeving. Als je dicht bij huis blijft, kun je er alvast een paar keer heen gaan. Je kan er voor kiezen om elk jaar op dezelfde plek vakantie te vieren. Die omgeving wordt dan je tweede thuis.
- Neem vertrouwde spullen mee. Denk hierbij aan foto's van familieleden, knuffels of je eigen hoofdkussen.
- Uit logeren gaan. Laat het kind voor een dag of twee bij bekenden logeren. De bedoeling is niet dat er gebeld wordt, maar een brief of kaart naar huis schrijven mag wel. Zo went je kind alvast aan het niet thuis zijn.
- Heimwee is normaal. Vertel kinderen dat het normaal is om heimwee te hebben. En dat er veel dingen zijn die ze kunnen doen om met heimwee om te gaan.
- Betrek je kind in de beslissing om weg te gaan. Zo krijgt je kind een beetje het gevoel dat het ook zijn keuze is.
- Maak het zichtbaar. Laat aan een kind met een kalender zien wanneer hij weggaat - hoeveel nachtjes nog - en hoeveel dagen hij weggaat. Een jong kind zou kunnen denken dat hij voor altijd weggaat. Maar dat is natuurlijk niet zo.
Toch heimwee
Wat kun je doen om gevoelens van heimwee te verminderen?
- Accepteer heimwee. Het is heel normaal dat je je thuissituatie mist. Dat betekent niet dat je zwak bent. Praat er met anderen over.
- Blijf bezig. Heimwee wordt erger als je je verveelt. Zorg daarom dat je lekker actief bent en leuke dingen doet.
- Doe hetzelfde als thuis. Veel dingen waar je aan gewend bent, kun je ergens anders ook doen. Bijvoorbeeld koffiedrinken om drie uur, nog een ommetje om acht uur. Dat voelt vertrouwd.
- Denk aan je thuis. Schrijf een brief, of kijk naar een foto. Bedenk wat een geliefde op dit moment tegen je zou zeggen. Naar huis bellen mag, maar liever niet als je je erg ongelukkig voelt. Ook niet te lang, daardoor ga je je alleen maar ongelukkiger voelen.
- Denk positief. Er zijn altijd genoeg goede kanten te bedenken. Je kan leuke dingen doen, er zijn veel mensen om te leren kennen. En eigenlijk ben je ook weer niet zo lang weg van huis.
Heimwee moet slijten
Ook al kan heimwee voor heel wat narigheid zorgen, onthoud dat het in de meeste gevallen na een paar dagen wel weer overgaat. Wacht dus met het nemen van definitieve maatregelen.
Je kan de mogelijkheid om eerder naar huis te gaan natuurlijk wel open laten en daar even over nadenken. Als het echt niet meer gaat, kun je altijd nog tot actie over gaan.