Zenuwen geven prikkels slecht door
Bij Multiple Sclerose (MS) raakt je centrale zenuwstelsel beschadigd door ontstekingen. Deze tasten het beschermende laagje rond je zenuwvezels aan, waardoor je zenuwen prikkels steeds minder goed doorgeven. Dit leidt tot diverse klachten van lichaam en geest, zoals vermoeidheid en motorische problemen. MS is chronisch, (nog) niet te genezen en verloopt bij iedereen verschillend.
Wat is Multiple Sclerose?
Je centrale zenuwstelsel is verantwoordelijk voor allerlei belangrijke geestelijke en lichamelijke functies, van denken, zien en spreken tot lopen, tillen en naar het toilet gaan. Het bestaat uit talloze zenuwcellen, die via zenuwuitlopers met elkaar verbonden zijn. Voor een goed functionerend zenuwstelsel moeten ze goed met elkaar kunnen communiceren. Bij MS valt je afweersysteem je zenuwcellen aan. Daarbij raakt hun uit myeline bestaande beschermlaagje beschadigd, waardoor ze minder goed prikkels kunnen doorgeven.
Meestal verloopt MS aanvankelijk in korte aanvallen van dagen tot weken, die ook wel schubs (sjoeps) worden genoemd. Tijdens zo'n aanval ervaar je klachten als vermoeidheid, krachtverlies of tintelingen. Naderhand trekken deze meestal weer weg. In het eerste stadium van deze chronische aandoening kan je lichaam de myelinelaag rond je zenuwuitlopers (deels) herstellen, maar naar verloop van tijd gaat dit vaak steeds moeilijker. Op de plek van de ontsteking ontstaan dan harde plekken, die ook wel 'plaques' worden genoemd. Multiple Sclerose betekent dan ook iets als meervoudige littekens of harde plekken. Door deze plaques gaat je zenuwstelsel steeds minder goed functioneren. Patiënten met MS gaan daardoor steeds verder achteruit, maar het verloop van de ziekte is grillig en verschilt sterk per persoon.
Ongeveer een op de duizend Nederlanders wordt door deze aandoening getroffen. Vrouwen hebben een grotere kans op MS. Bij hen komt deze ziekte 2,5 keer zo vaak voor. In de meeste gevallen treden de eerste verschijnselen van Multiple Sclerose op tussen het vijftiende en vijftigste levensjaar.
Oorzaken van Multiple Sclerose
De precieze oorzaak van Multiple Sclerose is tot op heden niet bekend. Wel is ontdekt dat het immuunsysteem van iemand met MS heel sterk reageert op myeline, dat de zenuwen beschermt. Omdat het immuunsysteem de eigen zenuwcellen aanvalt, wordt MS ook wel een auto-immuunziekte genoemd. Na verloop van tijd wordt de myelinelaag steeds dunner, of verdwijnt deze volledig. Zonder bescherming raken de zenuwen zelf ook beschadigd en uiteindelijk kunnen deze afsterven, waardoor het zenuwstelsel steeds minder efficiënt functioneert.
MS is niet erfelijk, maar bepaalde genen die samenhangen met het immuunsysteem hebben wel invloed op het ontwikkelen van MS. Veranderingen in deze genen kunnen het ontstaan van de ziekte in de hand werken. Soms worden deze veroorzaakt door omgevingsfactoren of de levensstijl.
Symptomen Multiple Sclerose
Het centrale zenuwstelsel beslaat een groot gebied, inclusief de hersenen en het ruggenmerg. Waar de ontstekingen plaatsvinden, beïnvloedt de symptomen die je ervaart. Deze kunnen per MS-patiënt sterk verschillen, maar dit zijn de meest voorkomende:
- ernstige vermoeidheid, die lang kan aanhouden
- problemen met de ogen en/of het zicht
- problemen met denken, formuleren en spreken
- tintelen, te warm of te koud aanvoelen of juist gevoelloosheid van lichaamsdelen
- evenwichtsstoornissen, krachtverlies, duizeligheid en beven
- problemen met de stoelgang en urineren
- geestelijke of lichamelijke problemen bij geslachtsgemeenschap
Deze symptomen treden in de meeste gevallen alleen op tijdens aanvallen. Als in een later stadium zenuwcellen echt verdwijnen, kunnen klachten blijvend worden. De symptomen zullen meestal geleidelijk toenemen.
Hoe wordt de diagnose Multiple Sclerose gesteld?
De diagnose Multiple Sclerose is niet altijd makkelijk te stellen. De verschijnselen zijn heel verschillend per geval en hebben bovendien veel overeenkomsten met die van andere ziektes. Een eenvoudige test om deze aandoening vast te stellen is er niet. Internationale deskundigen hebben aangeraden de diagnose MS pas te stellen als er sprake is van twee aanvallen op minimaal twee verschillende plekken in het centrale zenuwstelsel, waarbij sprake is van de bovengenoemde symptomen. Dit worden ook wel de 'McDonald criteria' genoemd.
Om vast te stellen of er aanvallen hebben plaatsgevonden, moeten artsen vaak een MRI-scan maken van de hersenen en vaak ook van het ruggenmerg. Ook bloedonderzoek is vaak noodzakelijk voor een goede diagnose, waarbij andere ziektes worden uitgesloten. Het hersenvocht kan ook onderzocht worden om meer zekerheid te geven, maar dit is niet altijd een vereiste. Dit vocht wordt door middel van een ruggenprik aan het lichaam onttrokken.
Risicofactoren / -groepen
Hoewel de precieze oorzaken van Multiple Sclerose nog niet zijn vastgesteld, zijn er wel enkele factoren die de kans op het ontstaan van de ziekte kunnen vergroten, zoals:
- het Epstein-Barr virus (dat de ziekte van Pfeiffer veroorzaakt)
- gebrek aan vitamine D
- roken
MS komt vaker voor in landen met een kouder klimaat. Bovendien hebben vrouwen 2,5 keer zoveel kans om getroffen te worden door deze ziekte als mannen. 90% procent van de MS-patiënten zijn tussen de vijftien en vijftig jaar als de eerste symptomen optreden.
Behandeling van Multiple Sclerose
MS is momenteel niet te genezen. Wel zijn er medicijnen die aanvallen kunnen verkorten of de kans op nieuwe aanvallen kunnen verkleinen. Prednison is er een van. Andere geneesmiddelen kunnen MS-klachten zoals motorische problemen of problemen met de urinewegen verzachten. Daarnaast kunnen fysiotherapie, ergotherapie en logopedie een positieve invloed hebben op problemen met bewegen of spreken.
Prognose
Hoe Multiple Sclerose verloopt, verschilt heel sterk per persoon. Bij de meeste patiënten gaat dit in twee fasen. In de eerste fase is er sprake van relatief korte aanvallen en perioden van verbetering. Dan spreekt men van Relapsing Remitting MS. Klachten doen zich opeens voor, maar verdwijnen ook weer. Het is mogelijk dat sommige klachten verergeren of blijven, of dat zich nieuwe klachten voordoen. Als ze alleen nog maar verergeren, spreekt men van Secundair Progressieve MS. Dit is de tweede fase in het ziekteverloop van Multiple Sclerose.
Niet iedere MS-patiënt zal beide fasen doorlopen: een op de drie blijft hangen in de eerste fase, terwijl de ziekte bij zo'n twintig procent van de patiënten meteen in de tweede fase begint. Bij de ene patiënt verloopt de ziekte heel snel, bij de ander heel langzaam. Ook is het mogelijk dat klachten lange tijd stabiel blijven en niet geleidelijk verergeren.
De invloed van Multipe Sclerose op je leven is vaak groot. Mogelijk kun je steeds minder goed werken of leuke dingen doen, of voor jezelf zorgen. Maar het kan lang duren voordat je hulpbehoevend wordt, als dat al gebeurt. De ziekte wordt vaak geassocieerd met invaliditeit, maar zo'n tachtig procent van de MS-patiënten kan na tien jaar nog lopen. Dodelijk is MS in principe niet. Wel kan het je levensverwachting een paar jaar verkorten.
- Hersenstichting
- MSvereniging