Getty Images
Het menselijk oor is onderverdeeld in drie delen: het buitenoor, het middenoor en het binnenoor. Het binnenoor bevat het spiraalvormige slakkenhuis, waarin geluidsgolven worden omgezet in zenuwprikkels, en het evenwichtsorgaan, dat de receptoren voor ons evenwichtsgevoel bevat.
De centrale, eivormige holte is het vestibulum, dat twee vlieszakjes bevat, de sacculus en de utriculus. In de utriculus en de sacculus bevinden zich net zulke haarcellen als in het orgaan van Corti. De haarcellen zijn gegroepeerd in de macula, in het gelatineuze vlies, en liggen onder een dun laagje kalkkorrels. Wanneer het hoofd wordt gekanteld, verschuiven de korrels onder invloed van de zwaartekracht en duwen tegen de haarcellen. Op die manier geven de sacculus en de utriculus onze hersenen informatie over onze positie ten opzichte van de zwaartekracht.
Achter het vestibulum bevindt zich het derde deel van het benig labyrint, dat de halfcirkelvormige kanalen wordt genoemd. De kanalen zitten aan het achterste deel van het vestibulum vast en detecteren hoofdbewegingen in drie ruimtelijke vlakken. Het voorste kanaal merkt bewegingen naar voren en naar achteren op. Het achterste kanaal detecteert bewegingen op en neer, en het zijwaartse kanaal merkt bewegingen van links naar rechts op.
Elk kanaal bevat een halfcirkelvormig membraankanaal waar haakse bewegingen worden gedetecteerd. Aan de basis van elk kanaal bevindt zich een uitstulping, de ampul genaamd. Binnen de ampul zijn lange stereocilia of haarcellen ingebed in de cupula, een blaasje dat uitkomt in het endolymfe. Wanneer je je hoofd beweegt, stroomt het endolymfe. De cupula beweegt, waardoor de stereocilia geprikkeld worden.