Drakenvrucht: mooi en lekker
De drakenvrucht is - in tegenstelling tot wat zijn naam doet vermoeden - mooi. En nog belangrijker: hij is lekker én gezond. Vooral de bloedvaten varen er wel bij.
Wat is het?
De pitaja, ook wel dragonfruit of drakenvrucht genoemd, is de vrucht van een cactussoort. Van nature komt de pitaja uit Mexico en Midden- en Zuid-Amerika, maar tegenwoordig groeit hij ook in China en Zuidoost-Azië. De vrucht heeft een dunne, donkerrode, geschubde schil zonder stekels. Het vruchtvlees is rood of wit met zwarte, eetbare pitjes, en het smaakt mildzoet.
Wat zit erin?
De Maya's schreven vroeger al gezondheidsbevorderende eigenschappen toe aan deze vrucht. Pitaja’s bevatten zogenoemde betacyanines. Het onderzoek naar de gezondheidseffecten van deze antioxidanten staat nog in de kinderschoenen. Maar er zijn aanwijzingen dat betacyanines uit pitaja’s gunstig zijn voor de conditie van de bloedvaten bij diabetes.
Waar moet je op letten als je pitaja's koopt?
Een verse pitaja heeft frisse schubben, ze moeten niet zwart of uitgedroogd zijn.
Hoe bewaar je pitaja's?
Niet te lang. En niet in de koelkast; dan kunnen er zwarte plekken op komen.
Hoe eet je ze?
Snijd een pitaja doormidden en lepel het vruchtvlees met de eetbare pitjes eruit. Schillen en in plakjes snijden kan ook. Schillen doe je door eerst de boven- en onderkant tot aan het vruchtvlees eraf te snijden. Snijd daarna de schil van boven naar beneden in en trek deze van het vruchtvlees.
- Plus Magazine
