Weinig verschillen in voedingswaarden

Vroeger zouden de landbouwgronden veel rijker zijn geweest aan voedingsstoffen dan nu. Na de oogst lieten de boeren de landbouwgronden een poosje braak liggen of plaatsten ze er een totaal ander gewas op (dat andere voedingsstoffen nodig had). In de afgelopen jaren begint de landbouw, met haar moderne teeltmethoden, meer op massaproductie te lijken. De vraag naar voeding is hoger en de productie moet sneller. Hierdoor wordt gesuggereerd dat onze graanproducten en groente- en fruitsoorten minder voedingsstoffen bevatten dan vroeger.
Voedingsstoffenbestanden
In Nederland beheert het RIVM het Nederlands Voedingsstoffenbestand (NEVO). Dit bestand bevat van circa 2.500 voedingsmiddelen informatie over de bijbehorende voedingswaarden. Het RIVM vernieuwd iedere twee à drie jaar het NEVO. Ook andere landen beschikken over voedingsstoffenbestanden. In theorie zouden deze bestanden het mogelijk moeten maken om verschillen in voedingswaarden van vroegere en huidige landbouwgewassen te kunnen vaststellen.
Beperkt aantal onderzoeken
Toch is er slechts een beperkt aantal onderzoeken beschikbaar dat de vroegere en huidige voedingsstoffenbestanden met elkaar heeft vergeleken. Zie voor een selectie uit deze onderzoeken onderstaande tabel. Voornamelijk Amerikaanse en Engelse onderzoeken laten dalingen in de concentraties van voedingsstoffen zien.
Een Engelse onderzoeker heeft bijvoorbeeld in 1997 voor twintig verschillende soorten groenten en fruit de “Composition of Foods Tables” uit 1930 vergeleken met die uit 1980. Ze observeerde beduidende dalingen in de concentraties van calcium, magnesium, koper en natrium in groenten en magnesium, ijzer, koper en kalium in fruit. De grootste daling die ze observeerde was koper in groenten, namelijk twintig procent van het oorspronkelijke kopergehalte in groenten. Alleen het fosforgehalte bleef gedurende deze vijftig jaar onveranderd. Het was opvallend dat het watergehalte in fruit steeg.
Daarnaast is er een aantal experimentele onderzoeken beschikbaar dat de concentratie van voedingsstoffen in oude tarwesoorten heeft vergeleken met die in moderne tarwesoorten. De oude tarwesoorten leverden een kleinere hoeveelheid tarwe, maar deze soorten bevatten wel meer ijzer, zink, andere mineralen en eiwitten dan de moderne tarwe. Er werd daarentegen geen verschil gevonden in de concentraties van vitamines tussen beide tarwesoorten. Voor groente en fruit zijn er helaas nauwelijks experimentele onderzoeken beschikbaar.
Mogelijke verklaringen
De meest genoemde verklaringen voor de dalingen in de concentraties van voedingsstoffen, zijn:
- Klimaatveranderingen
De toegenomen hoeveelheid koolstofdioxide (CO2) in de lucht heeft invloed op de groei en ontwikkeling van groente en fruit. Onder andere op het gebied van fotosynthese, biomassaproductie, de voedingsstoffensamenstelling, de stevigheid en de zaadopbrengst. Aan de andere kant concludeerden Finse onderzoekers dat strengere milieueisen, en een afname in het gebruik van ongelode brandstoffen, ertoe hebben geleid dat hun landbouwgewassen minder lood bevatten dan vroeger. Dit is gunstig, want lood is een zwaar metaal dat in hoge hoeveelheden schadelijk kan zijn voor de gezondheid.
- Het gebruik van nieuwe plantenrassen
Het gebruik van nieuwe plantenrassen (als het gevolg van veredeling) kan ertoe leiden dat de samenstelling van voedingsstoffen is veranderd en/of de één op één vergelijking met vroegere en huidige landbouwgewassen niet meer mogelijk is. Het vitaminegehalte van één variëteit kan bijvoorbeeld driehonderd tot vierhonderd procent hoger of lager liggen dan die van een andere variëteit (van eenzelfde groentesoort).
- Een veranderde bodemkwaliteit
Het Alterra Instituut van de Wageningen Universiteit onderzocht in 2006 de invloed van een veranderde bodemkwaliteit. Zij concludeerden: “Samenvattend kan gesteld worden dat de stelling dat de gehalten aan nutriënten dalen niet algemeen geldig is”. Er wordt bijvoorbeeld niet aangenomen dat de concentraties van ijzer en koper zijn veranderd als het gevolg van een veranderde bodemkwaliteit, omdat bemesting slechts een klein effect heeft op de concentraties ervan in bodem. Zweedse onderzoekers observeerden dalingen in zink en ijzer in hun landbouwgewassen. Ook zij suggereerden dat dit niet zou komen door een veranderde bodemkwaliteit, maar doordat de productiesnelheid hoger ligt dan vroeger. Daarentegen is in Finland een stijging in het seleniumgehalte in een aantal voedingsmiddelen gevonden, doordat vanaf 1985 seleniumverrijkte meststoffen werden gebruikt. Zolang de bodem (eventueel onder invloed van meststoffen) voldoende mineralen bevat, zullen de landbouwgewassen ook voldoende mineralen bevatten.
- Import
Dankzij een snelle import kunnen we tegenwoordig het hele jaar door groente en fruit eten. Groente en fruit komt uit veel verschillende landen, gekweekt op veel verschillende bodems. Ook dit maakt de één op één vergelijking met vroegere en huidige landbouwgewassen lastig.
Hobbels op de weg
Er bevinden zich een aantal praktische hobbels op de weg. Allereerst waren de analysemethoden om de voedingswaarden van producten te meten vroeger vermoedelijk onnauwkeuriger (en daardoor minder betrouwbaar) dan nu. Daarnaast werden de voedingswaarden toen niet gemeten met het idee om een trend in de tijd mee vast te leggen. Dat wil zeggen dat er hoogstwaarschijnlijk gegevens missen om dat met terugwerkende kracht alsnog (betrouwbaar) te kunnen doen. Ook was het voedingsmiddelenaanbod van vroeger anders dan nu. Daardoor is het niet of nauwelijks mogelijk om specifieke landbouwgewassen aan te wijzen of de mate van verlaging aan te geven.
Conclusie
Mogelijk bevat onze voeding minder voedingsstoffen dan vroeger. De beschikbare onderzoeksresultaten wijzen met name op een daling in het mineralengehalte van voedingsmiddelen. Deze observaties kunnen echter ook andere oorzakelijk hebben (bijvoorbeeld het gebruik van andere analysemethoden). Kortom, er zijn nog te veel praktische bezwaren en vraagtekens om met zekerheid te kunnen zeggen dat onze voeding qua voedingswaarde achteruit is gegaan. Wat iedere Nederlander zich zou moeten realiseren, is dat de kans op een tekort aan voedingsstoffen groter is doordat men onvolwaardig eet dan dat de concentratie aan voedingsstoffen in ons eten in de loop der jaren lager is geworden. Verreweg de meeste Nederlanders eten bijvoorbeeld niet voldoende groente en fruit. Het belangrijkste advies is om voldoende, gezond en gevarieerd te blijven eten.
Periode | Land | Trend | Voedingsstoffen | Landbouwgewas |
1970-2000 | Finland | Daling
Geen verandering
Stijging | O.a. kalium, koper, magnesium, zink en lood
IJzer
Selenium
| Granen, groenten en bessen
|
1950-1999 | Amerika | Daling | Eiwit, calcium, fosfor, ijzer, vitamine B2 (riboflavine), vitamine C en (ascorbinezuur)
| Tuinbouwproducten |
1950-1999 | Amerika | Verandering | Vitamine A, vitamine B1 (thiamine), vitamine B3 (niacine), koolhydraten, vet en droge stofgehalte
| Tuinbouwproducten |
1935-1994 | Noord-Amerika Groot-Brittannië | Daling | Fosfor, kalium, magnesium, calcium en mangaan
| Tarwe |
1981/1982-1992/1993
| Groot-Brittannië | Daling | Zwavel
| Tarwe |
1930-1980 | Verenigd Koninkrijk (UK) | Daling | Calcium, magnesium, koper en natrium Magnesium, ijzer, koper en kalium
| Groenten
Fruit |
2006 | Nederland | Lichte daling of geen relevante verandering | Fosfaat | Licht: tarwe en aardappel
Geen: zomergerst, rogge, snijmaïs, grasland
|
1935-1994 | Australië | Geen verandering | Fosfor, ijzer, koper, mangaan en kalium
| Tarwe |
1982-1998 | Engeland | Geen verandering
| Seleen | Tarwe |
1983-2002 (in 1997) | Denemarken | Geen verandering
| Algemeen | Algemeen |
Bronnen
RIVM (2017). Samenstelling voedingsmiddelen in Nederland; NEVO: Meer dan alleen getallen.
Kraak, H. (2014). 77 fabels & feiten over onze voeding. Voeding NU.
Katan, M. (2015). Verarmd voedsel.
Voedingscentrum. Zware metalen.
Mayer, A. (1899). Historical changes in the mineral content of fruits and vegetables. British Food Journal.
Streppel, M.T., Ocké, M.C. (2005). RIVM: Een voedingsmiddelentabel voor het uitvoeren van trendanalyses in de Zutphen Studie
Kirchmann, H., Thorvaldsson, G., et al. (2005). Trace elements in crops from Swedish and Icelandic long-term experiments. NJF Seminar.
Davis, R.D. (2006). Commentary on: “Historical variation in the mineral composition of edible horticultural products” [White, P.J. and Broadley, M.R. (2005) Journal of Horticultural Science & Biotechnology, 80, 660–667.], The Journal of Horticultural Science and Biotechnology.
Rietra, R.P.J.J. (2007). Achteruitgang van nutriëntgehalten in voedselgewassen door een verminderde bodemkwaliteit? Alterra-rapport. Wageningen Universiteit.
Ekholm, P., Reinivuo, H., et al. (2007). Changes in the mineral and trace element contents of cereals, fruits and vegetables in Finland. Journal of Food Composition and Analysis.
Moretti, C.L., Mattos L.M., et al. (2010). Climate changes and potential impacts on postharvest quality of fruit and vegetable crops: A review. Food Research International.
Berkenpas, M. (2014). Gezonde voeding feit of fabel: Minder voedingsstoffen in groente en fruit dan vroeger? Iamafoodie.