9 feiten en fabels over griep

Over uitzweten, de griepprik en je weerstand

Getty Images

Er worden sprookjes en spookverhalen verteld over de griep. Hoog tijd om die nu eens voorgoed te ontzenuwen en het échte verhaal te vertellen. Jan Wilschut, hoogleraar moleculaire virologie aan het UMC Groningen, licht negen feiten en fabels over griep toe.

1. Als je eenmaal griep hebt gehad, ben je er voortaan immuun voor.

Nee, jammer maar helaas... Griep wordt veroorzaakt door het influenzavirus. Dat virus is er in verschillende subtypen, die op hun beurt weer in allerlei varianten voorkomen. Doordat die varianten ook nog eens voortdurend veranderen, kun je steeds opnieuw griep krijgen.

2. Hoe zieker mensen zijn van de griep, hoe eerder ze anderen besmetten.

Nee, voordat ze ziek worden zijn ze nóg besmettelijker. De kans op infectie hangt vooral af van de intensiteit van je sociale contacten. Wilschut: "Het meest effectief zou zijn om dragers van het virus te mijden, maar dat is lastig want mensen vertonen niet meteen na besmetting ziekteverschijnselen. Dat duurt bij het griepvirus wel vier tot vijf dagen. En juist in die periode ben je het meest besmettelijk." Heerst de griep dan kun je besmetting alleen voorkomen door jezelf van iedereen te isoleren.

3. ’s Winters is door de kou je afweer verlaagd en daardoor heb je veel meer kans om griep te krijgen.

Ja, je loopt ‘s winters meer risico. En nee, dat komt niet door een lage afweer.

Het griepvirus verspreidt zich vooral via kleine druppeltjes door de lucht (denk aan niezen, hoesten). Verspreiding van het influenzavirus gebeurt daardoor makkelijk in druk bezochte ruimten waar mensen dicht bij elkaar zitten, zoals op scholen, in het openbaar vervoer, in kantoortuinen of concertzalen. ’s Winters worden deze ruimten vaak veel minder goed geventileerd en dát is de reden dat de griep in dit seizoen vaker voorkomt. Daarbij komt dat het griepvirus zich makkelijker verspreidt door droge lucht en bij lage temperaturen.

4. Mensen die griep hebben, zouden een mondkapje moeten dragen.

Ja dat kan, maar het helpt maar een klein beetje. Het virus verspreidt zich ook via voorwerpen die door de drager van het virus zijn aangeraakt, zoals een deurknop, het toetsenbord van de pc of een kraan.

Niet alleen mensen die niet besmet willen raken, ook de dragers van het virus moeten daarom vaak hun handen wassen. Ook hoesten in de elleboog in plaats van in de handen kan helpen om verspreiding te voorkomen. Net zoals het gebruik van papieren zakdoekjes.

5. De griepprik helpt toch niet.

Niet voor 100 procent, maar vaccineren helpt wel. De jaarlijkse griepprik beschermt tegen de virusvarianten die in het vaccin zitten. Omdat er ieder jaar weer andere griepvirussen kunnen circuleren, heb je elk jaar een nieuwe griepprik nodig. Die beschermt niet altijd voor 100 procent, maar wie na de prik toch griep krijgt, heeft er vaak minder last van.

Wilschut: "De Wereldgezondheidsorganisatie brengt jaarlijks in kaart welke influenzavirussen het meest circuleren. De productie van een vaccin begint ruim een half jaar van tevoren. Meestal is de samenstelling exact goed. Soms is er een mismatch omdat er toch nog een andere variant van het griepvirus de kop opsteekt."

6. Alleen ouderen hebben een griepprik nodig.

Nee hoor, veel meer mensen dan ouderen alleen zijn gebaat bij de griepprik. Ieder jaar krijgen ruim 5 miljoen Nederlanders een oproep voor de griepprik, onder wie alle zestigplussers. Voor hen is de griepprik gratis, net als voor mensen die extra risico lopen op complicaties vanwege een chronische ziekte zoals astma of COPD, diabetes, nierinsufficiëntie, hart- en vaatziekten of een verminderde weerstand.

7. Je gaat niet dood aan de griep

Je kunt wel degelijk overlijden aan de gevolgen van de griep. Het aantal griepdoden in Nederland varieert jaarlijks van enkele honderden tot tweeduizend. Omdat hun afweer wat zwakker is, hebben ouderen meer kans op complicaties, bijvoorbeeld op een longontsteking of een bijkomende (bacteriële) infectie. Zij worden bij griep ook vaker in het ziekenhuis opgenomen en kunnen er zelfs aan overlijden, ook als ze een griepprik hebben gehad.

8. Als je een goede weerstand hebt, ben je sneller beter.

Ja, dat is helemaal waar. Er bestaat geen effectief geneesmiddel tegen de griep. Er zit dan ook niets anders op dan uitzieken. Wie griep heeft, moet antistoffen en afweercellen aanmaken om het virus te bestrijden. Een goed werkende afweer is daarbij essentieel.

9. Een warme groc helpt om het virus ‘uit te zweten’.

Sommige mensen zweren bij het drinken van een warme groc: cognac of rum, heet water, citroen en honing. Best lekker misschien, maar het helpt niet tegen de griep. Wel verlaagt alcohol de lichaamstemperatuur iets, waardoor je je mogelijk wat beter voelt.

Veel thee of water drinken is wel goed, omdat je bij koorts veel vocht verliest. Ook zijn er middelen die de klachten kunnen verlichten. Paracetamol helpt tegen de koorts, een hoestdrank onderdrukt de hoestprikkel en neusspray laat het gezwollen neusslijmvlies slinken zodat je beter kunt ademhalen en slapen.

Auteur 
Bron 
  • Plus Magazine