Opereren aan staar

De 23 belangrijkste vragen

Getty Images

Jaarlijks ondergaan in Nederland 140.000 mensen een staaroperatie. Wanneer is het nodig om zo’n ingreep te laten doen? En heb je daarna nog een bril nodig? Oogarts Bart Zijlmans van het Oogziekenhuis in Rotterdam geeft antwoord.

1. Wat is staar?

Direct achter de pupil bevindt zich een doorzichtige lens. Om goed te kunnen zien moet die helder zijn. Met het verouderen wordt de lens stugger en harder. De eiwitten waaruit de lens is opgebouwd, klonteren samen, met vertroebelingen en verminderde lichtinval tot gevolg. Dat wordt staar of cataract genoemd.

In verreweg de meeste gevallen is ouderdom de oorzaak. Soms kan staar echter ook aangeboren zijn of het gevolg zijn van een beschadiging in het oog of van een ziekte, zoals diabetes. Bepaalde medicijnen, zoals prednison, kunnen de kans op staar vergroten.

2. Wat merk ik ervan?

Dat hangt er vanaf op welke plek in de ooglens de vertroebeling zich ontwikkelt en hoe groot die is. Als alleen de randen van de ooglens zijn aangetast, merk je daar weinig van. Zit de troebele plek in het midden, dan ontstaan er klachten. Je gaat dan bijvoorbeeld dubbel of wazig zien, vooral in de verte. Kleuren kunnen doffer en grauwer lijken. Mensen met staar worden vaak heel gevoelig voor tegenlicht; dat werkt verblindend of zorgt voor schitteringen in het oog. In huis gaan ze daarom met hun rug naar het raam zitten, buitenshuis vermijden ze fel zonlicht. Als je in korte tijd opeens veel sterkere brillen­glazen nodig hebt, kan dat ook op staar wijzen. De aandoening is niet pijnlijk.

3. Hoeveel mensen lijden eraan?

Staar is veruit de meest voorkomende gezichtsstoornis. In 2003 hadden naar schatting 120.900 mannen en 222.800 vrouwen in Nederland er last van. Dat aantal neemt door de vergrijzing snel toe. Per jaar worden er in Nederland zo’n 140.000 patiënten aan de aandoening geopereerd. 70 procent van de mensen die aan staar geholpen worden, is boven de 70 jaar. 

4. Is te voorspellen wie er last van krijgt?

Iedereen kan er last van krijgen, want staar is een gevolg van het natuurlijke verouderingsproces. Hoe ouder, hoe groter de kans op klachten. Staar komt bij vrouwen vaker voor dan bij mannen.

5. Hoe ontwikkelt de aandoening zich?

Dat gaat heel langzaam. De meeste mensen merken er in het begin niks van. Pas als een groter deel van de ooglens is aangetast, gaat het gezichtsvermogen achteruit en ontstaan er problemen. Gewoonlijk zit de staar in beide ogen, maar meestal wordt het ene oog erger getroffen dan het andere. Waarom is niet bekend.

6. Hoe wordt de diagnose gesteld?

Een opticien kan staar herkennen, maar niet behandelen. De oogarts kan dat wel. Om de diagnose te stellen, voert hij verschillende (pijnloze) onderzoeken uit. Hij meet hoe scherp je dichtbij en in de verte ziet. Met een zogenaamde spleetlamp bekijkt hij of de ooglens vertroebeld is. Tot slot doet hij een oogspiegelonderzoek om de kwaliteit van het netvlies te beoordelen.

7. Kan ik met staar nog autorijden?

Door staar kunnen de koplampen van tegenliggers verblindend werken. Vooral in het donker is dat lastig. Als het gezichtsvermogen zozeer is aangetast dat het niet meer binnen de normen van het Centraal Bureau Rijvaardigheid (CBR) valt, mag je geen auto meer rijden. Dit kan alleen worden onderzocht met een zogenaamde visustest en een gezichtsveldonderzoek. Als je aan staar lijdt, is het verstandig deze test door de oogarts te laten uitvoeren, vlak voor de vervaldatum van het rijbewijs. 

8. Kan ik iets doen om staar te voorkomen?

Voorkomen kun je het niet, maar je kunt de kans erop wel iets verkleinen door niet te roken, niet te veel te drinken, gezond te eten en vooral ook een zonnebril te dragen. Langdurige blootstelling aan fel zonlicht kan de ontwikkeling van staar namelijk versnellen.

9. Wat kan ik doen om de ontwikkeling te vertragen?

Niet meer dan hierboven staat. In het beginstadium van staar kun je de gezichtsscherpte verbeteren door een (sterkere) bril te dragen en extra verlichting te gebruiken. Maar dat soort maatregelen werken maar tijdelijk. Er wordt wel gezegd dat bepaalde voedings­supplementen met veel anti-oxidanten zouden helpen, maar daarvoor is tot nu toe onvoldoende wetenschappelijk bewijs.

10. Is staar te genezen?

Er zijn geen medicijnen tegen staar. De enige oplossing is een operatie, waarbij de aangetaste troebele lens wordt vervangen door een heldere kunstlens. Zo’n ingreep heeft overigens niets te maken met een laserbehandeling, die soms wordt gebruikt om mensen van hun bril of lenzen af te helpen.

11. Wanneer is het nodig om staar te laten opereren?

Als de klachten zo hinderlijk worden dat je er last van ondervindt bij de dagelijkse bezigheden. Het verschilt van persoon tot persoon wanneer dat punt bereikt is. Eerder opereren zorgt niet voor een beter resultaat. Wel wordt door het wachten de kans op complicaties iets groter doordat de ooglens harder wordt.

12. Kunnen allebei mijn ogen tegelijk geopereerd worden?

Nee. Tussen de operatie van het eerste en het tweede oog zit minimaal vier weken. Die tijd is nodig om het eerste oog volledig te laten herstellen. Pas dan kan de oogarts het definitieve resultaat beoordelen en bepalen hoe sterk de lens in het tweede oog moet zijn.

13. Wat gebeurt er als ik er niets aan doe?

Als staar onbehandeld blijft, kan dat uiteindelijk tot blindheid leiden. Wereldwijd zijn er ongeveer 17,5 miljoen blinden als gevolg van staar. Dat is bijna de helft van het totaal  aantal blinden. In Nederland komt blindheid door staar gelukkig zo goed als nooit meer voor.

14. Hoe gaat een staaroperatie in zijn werk?

Vóór de operatie wordt berekend hoe sterk de kunstlens moet zijn om het best mogelijke resultaat te krijgen. Tenzij je zelf de voorkeur geeft aan een algehele narcose, wordt de ingreep uitgevoerd onder plaatselijke verdoving. De arts maakt een klein sneetje in het oog. Met speciale apparatuur verpulvert hij de troebele lens en zuigt die weg. Vervolgens plaatst hij via hetzelfde sneetje de kunstlens in het oog. Het wondje is zo klein dat het vrijwel nooit gehecht hoeft te worden. In totaal duurt de operatie 20 tot 30 minuten.

15. Wat zijn de ontwikkelingen op dat terrein?

Met behulp van nieuwe apparaten is de operatietechniek de laatste jaren steeds verder verbeterd. Een oogarts hoeft tegenwoordig nog maar een heel klein sneetje – variërend van 2,2 tot 2,8 millimeter – in het oog te maken. Daardoor is de kans op complicaties kleiner en verloopt het herstel sneller. De kunstlenzen zelf worden ook steeds beter. Zo is het al mogelijk om een multifocale kunstlens – voor veraf en dichtbij scherp zien – te gebruiken. Een torische kunstlens kan het zicht corrigeren van mensen bij wie het hoornvlies niet mooi rond is, ook wel een cylindrische afwijking of astigmatisme genoemd.

16. Ben ik na de operatie van mijn bril af?

Dat is wel het streven. Een kunstlens is – in tegenstelling tot jouw eigen ooglens – niet in staat zich aan te passen aan afstand. Vandaar dat sommige mensen die na een staar­operatie in de verte scherp zien, toch een leesbril nodig hebben. Andersom komt ook voor. Patiënten die voor multifocale kunstlenzen kiezen, zijn na de operatie in ongeveer 85 procent van de gevallen 'brilvrij' (voor torische lenzen zijn nog geen cijfers bekend).
Hoe dan ook geeft een staaroperatie in bijna alle gevallen (97 procent) een aanzienlijke verbetering van het zicht. Hoeveel hangt onder andere af van hoever de staar ontwikkeld was vóór de operatie en of je nog andere oogaandoeningen hebt. Bij minder dan 1 procent van de patiënten wordt het gezichtsvermogen blijvend slechter. Dat is meestal het gevolg van een complicatie na de operatie of van een andere oogaandoening.  

17. Moet ik voor de operatie in het ziekenhuis worden opgenomen?

Dat is niet nodig. In totaal duurt het verblijf in het ziekenhuis ongeveer twee uur. Na de operatie wordt het behandelde oog afgeplakt. Omdat je met één oog diepte en afstanden minder goed kunt inschatten, mag je dan niet zelf autorijden.

18. Wat voor complicaties kunnen er optreden?

Een staaroperatie is een heel veilige operatie met weinig kans op complicaties. Als die zich toch voordoen, zijn ze over het algemeen goed te verhelpen en leveren ze meestal geen blijvende problemen op. Voorbeelden van mogelijke complicaties tijdens of na de operatie zijn: een breuk in het lenskapsel (1 à 2 op 100 gevallen), vocht onder het netvlies (1 op 100 gevallen), een infectie in het oog (1 op 1000 gevallen), een bloeding tijdens de operatie (1 op 2000 gevallen) of het loslaten van het netvlies (1 op 3000 gevallen). Bij 10 tot 20 procent van de patiënten ontstaan enkele maanden of zelfs jaren na de operatie opnieuw vertroebelingen in het oog. Dat wordt nastaar genoemd. Nastaar is goed te ver­helpen met een pijnloze laserbehandeling.  Een onbekend aantal patiënten ziet na de operatie een zwarte band of sikkel aan de rand van het gezichtsveld (negatieve dysfotopsie). Dit – ongevaarlijke – effect is helaas niet te behandelen. Meestal verdwijnt het in de loop van de tijd vanzelf, omdat de hersenen zich aan het nieuwe beeld aanpassen.

19. Waar moet ik na de operatie op letten?

De oogarts schrijft oogdruppels en/of -zalf voor, die je gedurende drie weken moet gebruiken om de kans op infectie te verminderen. Het wondje in het oog heeft tijd nodig om te helen. Vandaar dat wordt geadviseerd om een week lang geen zware arbeid te verrichten of te sporten. Wandelen, traplopen en douchen zijn geen probleem. Tenzij de oogarts anders voorschrijft, kun je direct weer aan het werk. De eerste twee weken draag je overdag je eigen bril of een zonnebril en ’s nachts een beschermende oogkap. Na de operatie zal de arts je adviseren over wanneer je weer kunt autorijden.

20. Hoe lang duurt het voor ik na de operatie weer helemaal scherp zie?

Bij sommige patiënten is dat al na enkele uren, bij andere duurt het enkele dagen. Blijft het zicht na een paar dagen wazig, neem dan contact op met de oogarts.

21. Wat is een zogenaamde ‘staarstraat’?

In een ‘staarstraat’ probeert een ziekenhuis of oogkliniek alle benodigde consulten en onderzoeken achter elkaar op één dag te organiseren. Concreet betekent het dat als de  oogarts een staaroperatie adviseert, direct de benodigde vervolgstappen – van vooronderzoek en bloedtests tot een gesprek met de anesthesist en het inplannen van de operatie – worden geregeld. Het grote voordeel van deze manier van werken is dat je niet meerdere malen naar het ziekenhuis (terug)hoeft.

22. Hoe zit het met de wachtlijsten voor staaroperaties?

Volgens experts varieert de wachttijd voor een staaroperatie tussen de één en twintig weken. Wie de wachttijd te lang vindt, kan zelf een ander ziekenhuis zoeken. Je kunt dat ook de afdeling zorgbemiddeling van de zorgverzekeraar voor je laten doen.

23. Behalve ziekenhuizen zijn er steeds meer gespecialiseerde privéklinieken die staaroperaties uitvoeren. Hoe weet ik waar ik het best terecht kan?

Op www.kiesbeter.nl vind je een kwaliteitsbeoordeling van ziekenhuizen en klinieken die staaroperaties verrichten. Daaruit blijkt dat het overgrote deel gemiddeld of goed scoort. Staarbehandelingen in privéklinieken worden over het algemeen door de zorgverzekeraar vergoed.

Auteur 
Bron 
  • Plus Magazine