10 tips tegen sinterklaasangst

De sinterklaastijd is een spannende tijd voor kleine kinderen. Dat begint al met de eerste uitzending van het Sinterklaasjournaal. Zal alles wel goed gaan? Komt de grote kindervriend echt op tijd aan in Nederland? En heeft hij wel cadeautjes bij zich? Een kind kan van al deze vragen behoorlijk wat stress en spanning opbouwen.

Die sinterklaasstress en spanning wordt niet snel minder omdat er zoveel aandacht voor de Goedheiligman is. Niet alleen kom je (afbeeldingen van) Sint en zijn Pieten overal tegen; bijna iedere volwassene vraagt er ook naar. "Ben je wel lief geweest dit jaar?", "Pas maar op, Piet ziet alles" of nog erger: "kijk maar uit dat je niet in de zak moet naar Spanje". Bovendien is de regelmaat vaak ver te zoeken door het schoenzetten op het werk, thuis, op school en in de supermarkt, met de bijbehorende bezoekjes van de Sint en de bergen sinterklaassnoepgoed.

10 tips tegen angst voor de Sint

1. Gebruik Sinterklaas en zijn cadeautjes niet als dreigmiddel. Benadruk het positieve aspect van dit kinderfeest en vermijd uitspraken die een kind bang kunnen maken.
2. Zorg dat je kind voorbereid is. Zing samen sinterklaasliedjes, maak samen een mooie tekening voor de Sint, bak pepernoten, kijk samen naar het Sinterklaasjournaal en ga samen naar de optocht kijken. Zo kan je kind zich langzaam mentaal opmaken voor het feest.
3. Besteed niet te veel aandacht aan de angst, maar benadruk wel hoe gezellig en leuk jij het vindt.
4. Dwing een kind niet om Sint of zijn Pieten een handje te geven of bij hen op schoot te gaan. Kijk samen met je kind op veilige afstand naar de gebeurtenissen en laat het aan je kind of het dichterbij wil kijken of niet.
5. Geef je kind uitleg. Vertel dat Piet door de schoorsteen cadeautjes brengt en daarom roet op zijn gezicht heeft. Leg uit dat Sinterklaas heel veel van álle kinderen houdt en daarom cadeautjes uitdeelt. Laat met foto's van vroeger zien dat het een oude traditie is.
6. Geef je kind verkleedkleren, zodat ze met mijter, roe en zak zelf Sint en Piet kunnen spelen.
7. Zorg dat je kind voldoende nachtrust krijgt. Het is belangrijk dat je kind voldoende tijd heeft om alle indrukken te verwerken. Houd bovendien zoveel mogelijk vaste eet- en slaaptijden aan.
8. Laat bij angst bij het naar bed gaan eventueel een lampje aan. Vertel dat Piet alleen iets komt afgeven, net als de postbode. Hij is zo weer weg. Je moet er immers niet aan denken onverwachts een zwarte Piet tegen te komen als je naar de wc moet. Je kan kinderen ook vertellen dat je Piet hebt gevraagd wat vroeger te komen, zodat jij als ouder de deur voor ze open kunt doen.
9. Soms gaat een kind door de spanning spontaan weer in de broek of in bed plassen. Maak je hier niet te druk om. Meestal lost het probleem zich vanzelf weer op als alles weer ‘rustig’ is. Is dit niet het geval dan biedt het werken met stickers vaak uitkomst.
10. Waarschuw bij een eventueel huisbezoek Sint en Piet dat ze het rustig houden. Dus geen luid gebons op de deur en enorme handen strooigoed naar binnen gooien, maar een statige Sint met kalme Pieten.