'Het bevolkingsonderzoek darmkanker kan nóg beter'

MultitargetFIT detecteert drie eiwitmarkers in plaats van één

ALV Beatriz Carvalho en Meike de Wit door Linelle Deunk
Linelle Deunk

Sinds de invoering van het bevolkingsonderzoek darmkanker wordt de ziekte veel vaker in een vroeg stadium opgespoord. Moleculair biologen Meike de Wit en Beatriz Carvalho van het Antoni van Leeuwenhoek/Nederlands Kanker Instituut ontdekten met hun team, onder leiding van patholoog Gerrit Meijer, dat de screening nóg beter kan.

Jaarlijks krijgen ongeveer 12.000 Nederlanders de diagnose darmkanker en overlijden er vierduizend Nederlanders aan. Vroegtijdige opsporing is belangrijk: als de ziekte nog in de beginfase is, is de overlevingskans tegenwoordig maar liefst 96 procent. Bovendien scheelt het ook veel behandelingen en ­ziekenhuisopnames en bespaart daarmee veel leed.  

Hoe werkt het huidige bevolkingsonderzoek darmkanker? 

"In het bevolkingsonderzoek wordt gezocht naar spoortjes bloed in de ontlasting met een fecale immuno­chemische test (FIT), oftewel een poeptest", vertelt ­Carvalho. "Iedere twee jaar krijgen mensen tussen de 55 en de 75 jaar een uitnodiging om mee te doen. Die poeptest kan je gewoon thuis doen. Je stuurt vervolgens het ­testbuisje met een beetje ontlasting op naar het ­laboratorium, waar men de ontlasting analyseert. Wordt er niets gevonden, dan krijg je over twee jaar weer een uitnodiging. Is er een spoortje bloed gevonden, dan word je doorverwezen voor een inwendig ­kijkonderzoek van de dikke darm, ook wel coloscopie ­genoemd. Hierbij kijkt een arts met een flexibele slang in de darm of er afwijkingen zijn. Tijdens die coloscopie kan hij eventuele poliepen vaak gelijk weghalen." 

Lees ook: Dit zijn de 7 symptomen van darmkanker

Het bevolkingsonderzoek wordt nu ruim tien jaar ­gedaan. Hoe zijn de resultaten?

De Wit: "We zien dat sinds de invoering van het ­bevolkingsonderzoek darmkanker veel vaker in een vroeger stadium wordt gevonden. Ook begint de sterfte aan darmkanker te dalen." "Mensen bij wie darmkanker via het bevolkingsonderzoek wordt ontdekt hebben vaak een minder intensieve behandeling nodig dan de ­mensen bij wie darmkanker wordt ontdekt omdat ze al klachten ervaarden", ­beaamt Carvalho. "Wanneer darmkanker via het bevolkingsonderzoek is ontdekt, is er minder vaak aanvullende chemotherapie nodig na de operatie en is de kans op uitzaaiingen, bij het ontdekken van de tumor of later, veel kleiner. In sommige ­gevallen, bij kleine tumoren, kan de kanker zelfs al met een coloscopie worden verwijderd en is geen verdere operatie meer nodig. Dit scheelt veel zorgkosten en menselijk leed."

Sinds de invoering van de poeptest zijn er duidelijk veel minder gevallen van darmkanker

De FIT-test doet dus duidelijk z’n werk. Toch zijn jullie gaan onderzoeken of het beter kan.

"De FIT-test is makkelijk en ook heel betaalbaar", zegt De Wit. "En hij is effectief, dat zien we terug in de ­cijfers. Maar we weten ook dat die FIT-test eigenlijk niet zo goed is in het vinden van die voorlopers van darmkanker, de adenomen. Ze worden wel gevonden, maar het zouden er veel meer kunnen zijn. En juist daarin zit de gezondheidswinst. Grote adenomen die worden weggehaald, kunnen zich dan niet meer verder ­ontwikkelen tot een kanker." Carvalho vult aan: "De grote adenomen die gemist worden, zijn bij het volgende onderzoek twee jaar later misschien wel uitgegroeid tot darmkanker. Daarom zochten we naar manieren om de FIT-test te verbeteren."

Daarvoor ontwikkelde jullie team de multitargetFIT test (mtFIT). Wat is het grootste verschil met de ­huidige FIT-test? 

Carvalho: "We volgden de strategie van de FIT, die het bloedeiwit hemoglobine in de ontlasting detecteert voordat dat je het met het blote oog kunt zien. Maar niet alle tumoren bloeden en die grote adenomen bloeden ook niet altijd. We dachten: misschien hebben we een ander eiwit nodig. Eentje die specifieker is en die voorlopers wel kan opsporen. We hebben daarom gezocht naar andere eiwitten in de ontlasting die afkomstig zijn van grote adenomen of darm­kanker." De Wit: "Uiteindelijk vonden we nog twee eiwitten die in combinatie met hemoglobine een ­betere test vormen. Deze multitargetFIT detecteert dus drie eiwitmarkers in plaats van één."

Lees ook: 7 veelgestelde vragen over de thuistest darmkanker

Hoeveel beter werkt het?

"Dat moesten we goed onderzoeken", legt Carvalho uit. "Daarom hebben we deze nieuwe multitargetFIT  vergeleken met de huidige test, bij ruim 13.000 deelnemers in het bevolkingsonderzoek. Al die mensen kregen dus naast de 'gewone' test ook de mtFIT thuisgestuurd en die zijn we een-op-een gaan vergelijken. En alle mensen die een gunstige uitslag hadden voor de FIT – maar een ongunstige bij de mtFIT, werden doorverwezen voor een coloscopie, net zoals iedereen met een ongunstige FIT-uitslag. We wilden weten ­hoeveel extra darmkankers en grote ­poliepen we dan extra zouden vinden en ook of er niet te veel vals-­positieven zouden zijn – mensen die je ­onterecht doorverwijst voor een colonoscopie. We ­ontdekten met de mtFIT bij 299 mensen afwijkingen, tegenover 159 met de huidige FIT-test." De Wit: "Dat was erg bemoedigend. Het betekent dat we elk jaar bij duizenden extra mensen poliepen en darmkanker in een vroeg stadium zouden kunnen opsporen als we het bevolkingsonderzoek op deze ­manier inzetten. Doorrekening van onze resultaten laat zien dat dit ­ervoor zou kunnen zorgen dat er tussen de 5 en 21 procent minder mensen darmkanker zouden krijgen, en dat er tussen de 4 en 18 procent minder mensen aan zouden sterven."

Goed nieuws. Wanneer kan het worden ingezet?

De Wit: "We hebben nu gebruik gemaakt van een ­zogenoemde research-use-only test. Om de test ­grootschalig te kunnen toepassen in het bevolkings­onderzoek, moet deze nog verder ontwikkeld worden tot een gecertificeerd industrieel product dat voldoet aan de eisen van Europese wetgeving. Bovendien ­hebben we het in Nederland over twee miljoen testen per jaar, dus het moet volledig geautomatiseerd ­verwerkt en geanalyseerd worden en daar zijn we nog niet. We moeten dus nog een stukje ontwikkeling doen. En daarna komt er weer zo’n grootschalige ­studie, om te bewijzen dat het echt zo werkt als we hebben aangetoond. We hopen vóór 2030 op dat punt te zijn. Overigens: het feit dat we de eerste studie zo snel konden doen, dat kon alleen maar omdat we in Nederland zo’n goed georganiseerd bevolkingsonderzoeksprogramma hebben waarbinnen dit soort studies kan worden uitgevoerd. Dat was ook een eis van de Gezondheidsraad: het bestaande bevolkingsonderzoek zou onderzoek naar verbetering ervan faciliteren. Dat is in Nederland dus gewoon heel goed georganiseerd."

Deelname aan het bevolkingsonderzoek ligt nu rond de 67 procent. Kan dat verder omhoog?

Carvalho: "Jazeker, ik denk dat we mensen beter ­moeten informeren over het belang van het bevolkingsonderzoek. We willen allemaal gezond ouder worden. Stel je voor dat je op je 55ste niet meedoet en op je 60ste een kankerdiagnose krijgt die misschien voorkomen had kunnen worden... Mensen kunnen zichzelf een hoop ellende besparen door de poeptest gewoon te doen."

Dr. Beatriz Carvalho (links op de foto) is moleculair bioloog. Zij promoveerde op het gebied van maagkanker. Sinds 2003 doet ze onderzoek naar biomarkers voor vroege opsporing van darmkanker. Ze werkt sinds 2015 in het Antoni van Leeuwenhoek/Nederlands Kanker Instituut

Moleculair bioloog dr. Meike de Wit (rechts op de foto) is onderzoekster in het Antoni van Leeuwenhoek/Nederlands Kanker Instituut. Zij promoveerde op onderzoek naar eiwitten die de diagnose, prognose en beeldvorming bij dikkedarmkanker verder kunnen helpen. Ze is tevens COO en mede-oprichter van CRCbioscreen, dat vanuit het NKI is opgericht om de mtFIT naar de markt te brengen.

Dit artikel verscheen eerder in Plus Magazine februari 2025. Abonnee worden van het blad? Dat doe je in een handomdraai!

Auteur 
Bron 
  • Plus Magazine