Met de juiste voeding minder kans op nierstenen
Wie ooit een niersteen heeft gehad, loopt meer kans om er nog eens een te krijgen. Dat wil je natuurlijk graag voorkomen, maar hoe doe je dat? We leggen je uit wat je beter wel of niet kunt eten en drinken als je gevoelig bent voor nierstenen.
Wat zijn nierstenen?
Nierstenen zijn steentjes van onopgeloste afvalstoffen die kunnen voorkomen in de urine. Van deze steentjes merk normaal gesproken helemaal niets, tenzij ze vastlopen in de urineleiders, de afvoerwegen die vanuit de nieren naar de blaas lopen. Zo’n vastgelopen niersteen kan heftige pijn in de zij of buik veroorzaken. Als je eenmaal een niersteen gehad hebt, is de kans groot dat je er nog eens een krijgt. Gelukkig zijn er een aantal dingen waar je op kunt letten om dit zoveel mogelijk voorkomen.
Waardoor ontstaan nierstenen?
Om te weten hoe je nierstenen kunt voorkomen, is het belangrijk om te weten wat het kan veroorzaken. Nierstenen ontstaan onder andere door een teveel aan afvalstoffen in je urine. Deze afvalstoffen kunnen neerslaan als kristallen, en vervolgens samenklonteren tot stenen: nierstenen. Er kunnen verschillende redenen zijn voor te veel afvalstoffen in je urine. Het kan gebeuren als je te weinig hebt gedronken, terwijl je juist extra veel vocht hebt verloren door bijvoorbeeld diarree of veel zweten. Je urine wordt dan supergeconcentreerd en bevat dus ook veel afvalstoffen. Maar er kan ook een lichamelijk oorzaak zijn, bijvoorbeeld omdat de nieren te veel zouten uitscheiden, de zuurgraad van de urine verstoord is of er in je lichaam een tekort is aan stoffen die normaal gesproken helpen om steenvorming tegen te gaan.
Soorten nierstenen
Afhankelijk van de oorzaak en het soort afvalstof, kunnen er verschillende soorten nierstenen ontstaan. In zo’n driekwart van de gevallen bestaat een niersteen uit calciumoxalaat. Bij calciumoxalaatstenen is het belangrijk om oxaalzuurrijke voedingsmiddelen zoveel mogelijk te vermijden. Veel oxaalzuur zit bijvoorbeeld in bietjes, rabarber, spinazie, noten, pinda’s en chocolade. Daarnaast bestaan er ook nog andere nierstenen, zoals calciumfosfaatstenen, urinezuurstenen, struviet- of infectiestenen en cystinestenen. Voor al deze verschillende steensoorten gelden ook verschillende voedingsadviezen. Daarom is het verstandig om advies te vragen aan een diëtist als je nierstenen hebt (gehad). Die kan specifieke voedingsadviezen geven, afgestemd op het soort nierstenen dat je hebt. Daarnaast zijn er ook vier algemene voedingsadviezen die gelden voor alle soorten nierstenen.
Advies 1: Drink ruim
Veel drinken, wel zo’n 2,5 tot 3 liter vocht per dag, verdunt je urine. Hierdoor wordt de kans op de vorming van stenen kleiner. Heb je geen idee hoeveel je eigenlijk drinkt? Tel dan eens een dag lang alle glazen en kopjes die je hebt gedronken. Als je bijvoorbeeld 5 kopjes en 7 grote glazen drinkt, heb je 2,5 liter gedronken. Aan de kleur van de urine kun je ook zien of je voldoende drinkt. Hoe lichter de kleur, hoe minder geconcentreerd de urine is. Probeer vooral veel water te drinken of andere ongezoete dranken.
Advies 2: Eet meer plantaardig
Een plantaardig eetpatroon zorgt voor minder kans op nierstenen. Dit komt omdat het eiwit uit plantaardige voedingsmiddelen volgens onderzoek veel minder leidt tot steenvorming dan dierlijke eiwitten uit vlees, vis of zuivel. En er is nog een groot voordeel aan een meer plantaardig eetpatroon: het zorgt er ook voor dat je een goede dosis kalium, magnesium en voedingsvezel binnenkrijgt. Dit zijn stoffen die helpen om meer afvalstoffen zoals citraat uit te plassen. En dat geeft weer minder kans op het ontstaan van nierstenen. Schep daarom niet alleen tijdens het avondeten je bord lekker vol groenten en peulvruchten, maar eet ook groente, fruit, noten, zaden of peulvruchten tussendoor of bij je andere maaltijden.
Advies 3: Calcium beschermt
Vroeger werd geadviseerd om bij nierstenen calciumrijke producten, zoals melk, yoghurt en kaas, zoveel mogelijk te vermijden. Inmiddels weten we dat calcium niet zorgt voor extra steenvorming. Bij sommige stenen heeft het gebruik van zuivel tijdens de maaltijd zelfs een duidelijk beschermend effect. Maar meer calcium betekent niet automatisch ook meer bescherming. De door het Voedingscentrum aanbevolen 2 tot 3 porties zuivel en 40 gram kaas per dag, is ruim voldoende.
Advies 4: Wees matig met zout
Wat voor je nieren goed is, is ook goed ter voorkoming van nierstenen. Het natrium in (keuken)zout kan de calciumuitscheiding in je urine verhogen, waardoor stenen kunnen ontstaan. Probeer de hoeveelheid zout in je voeding te beperken door matig zout over je eten te strooien en zoutrijke producten zoveel mogelijk te laten staan. Producten met veel zout zijn bijvoorbeeld bouillon(tabletten), ketjap, sauzen en soepen uit pakjes, kant en klare maaltijden, chips en andere zoute snacks, zoute haring en drop.