Genen van je ouders
Het eerste wat mensen zien als je ze aankijkt, zijn je ogen. Er bestaan veel verschillende kleurtinten, zoals hazelnootbruin en blauw. De kleur van je ogen is genetisch bepaald. Maar hoe werkt dit precies?
Welke kleur ogen je hebt, is afhankelijk van de genen die je hebt gekregen van je ouders. DNA bepaalt je oogkleur en bevat genetische informatie die erfelijke eigenschappen en uiterlijk bepalen.
Pigment
Je oogkleur bestaat uit verschillende pigmenten en bindweefsel die deel uitmaken van de iris, het gekleurde gedeelte van het oog. De hoeveelheid pigment in de iris bepaalt de kleur van je ogen. Dit pigment wordt ook wel melanine genoemd. Mensen met bruine ogen hebben veel pigment, mensen met blauwe ogen weinig en andere oogkleuren zitten daar tussenin. De meest voorkomende kleur ogen is bruin, gevolgd door blauw en daarna groen.
Dominante kleur
Het gen voor bruine ogen is dominant tenopzichte voor het gen van blauwe ogen. Stel je maar eens voor dat je van je moeder het gen van bruine ogen krijgt en van je vader blauwe ogen. Je zult dan bruine ogen krijgen, omdat het bruine gen overheerst. Krijg je van beide ouders het blauwe gen, dan heb je blauwe ogen. Toch kan het voorkomen dat iemand met blauwe ogen ouders heeft met bruine ogen. Dan hebben beide ouders zowel het bruine als het blauwe gen. Van beide ouders heeft deze persoon dan het blauwe gen gekregen.
Verschillende kleuren ogen
Heb je weleens iemand gezien met twee verschillende kleuren ogen? Dit wordt heterochromia iridum genoemd. Ook kan de aandoening, heterochromia iridis voorkomen. Hierbij hebben mensen verschillende kleuren in hun oog. De kleurverschillen ontstaan door een fout in pigmentkleuring en kan erfelijk bepaald zijn. Het kan ook komen door een ontsteking of beschadiging van het oog.
- Oogfonds
- Visus Oogkliniek