‘Digitalisering moet aansluiten op hoe mensen denken en werken’

Chirurg en hoogleraar Marlies Schijven

Getty Images

Onderzoeksresultaten via de smartphone, videobellen of e-mailen met de dokter: het wordt steeds normaler. Maar is dit voor iedereen weggelegd? Hoogleraar digitale zorg Marlies Schijven denkt van wel.

Er waren al veel langer plannen om videobellen in te voeren in de zorg. Door corona werd het ineens op grote schaal ingevoerd. Hoe ging dat bij uw patiënten?

“Toen mensen door corona minder naar de polikliniek konden komen, moest men wel videobellen. Toen bleken mensen het best te kunnen. Ik merkte dat veel van mijn patiënten het zelfs handig vonden. Wij zijn het landelijk expertisecentrum op het gebied van slokdarmziekten. Alle patiënten in Nederland met de zeldzame slokdarmziekte achalasie komen naar ons centrum in het Amsterdam UMC. Voor corona reisde iedereen naar ons toe, maar vaak is dat gewoon niet nodig. Voor veel patiënten – zeker als ze ver weg wonen – is het een uitkomst dat ze kunnen videobellen.”

Kun je kiezen of je wil videobellen of niet?

“Ja, de patiënt mag kiezen of hij een online of fysiek consult wil. Als videobellen niet kan, omdat er bijvoorbeeld lichamelijk onderzoek nodig is, dan geef ik dat aan. Het probleem is nu alleen dat wij vooraf niet weten wat de patiënt wil. Ik wil daarom dat de huisarts al bij de verwijzing kan aangeven of de patiënt liever een fysiek of online consult wil. Technisch is dat nu nog niet mogelijk, maar dat zou heel handig zijn. Of dat de patiënt dat gewoon zelf kan aangeven in het online patiëntendossier, wat nu helaas ook nog niet kan.”

Is videobellen veilig? Het gaat om gevoelige informatie.

“Het ziekenhuis gebruikt alleen technologie die veilig is, want medische informatie moet goed beschermd zijn. Wij videobellen daarom direct vanuit het medisch dossier. Arts en patiënt loggen daar allebei op in. Voordeel is dat de informatie via het dossier uitgewisseld wordt. Vergeet ook niet: een papieren brief kan ook verkeerd bezorgd worden.”

Kan iedereen inloggen in het medisch dossier?

“De meeste patiënten wel. Je moest voorheen nog naar de balie om je paspoort of rijbewijs te laten zien, voordat je toegang kreeg. Tegenwoordig gaat dat makkelijker. Je kunt je op afstand identificeren met DigiD. Toch blijft er een groep mensen die geen toegang tot het dossier heeft. Ik ben eens bij de patiëntenbalie gaan zitten om te kijken hoe dat nou kwam. De baliemedewerker vroeg: ‘Wilt u toegang tot MijnDossier?’ Veel mensen begrijpen dan niet goed wat er gevraagd wordt en mompelen ‘nee’. Maar als je nou vraagt: ‘Zou u het prettig vinden om de dokter een e-mailtje te kunnen sturen?’, dan zeggen ze eigenlijk allemaal ‘ja’. Digitalisering moet aansluiten op hoe mensen denken en werken. Voordeel is verder dat mensen via hun eigen elektronische patiëntendossier hun uitslagen kunnen zien, bijvoorbeeld van een bloedonderzoek of een scan. Het is belangrijk om iemand vooraf vast voor te bereiden op de mogelijke uitslagen. Want soms zien mensen de uitslag zelfs al eerder dan de dokter.”

Wat kan er beter bij digitale zorg?

“De verschillende elektronische zorgsystemen ‘praten’ nog niet goed met elkaar. De huisarts stuurt bijvoorbeeld een brief, maar die kan het ziekenhuissysteem niet ‘lezen’. Gevolg is dat we sommige informatie moeten overtypen. Heel onhandig en foutgevoelig. Ook ziekenhuizen onderling kunnen niet altijd goed gegevens uitwisselen. Dat geeft veel onnodig typ- en uitzoekwerk, wat erg frustrerend is. Sinds twee jaar adviseer ik het ministerie van Volksgezondheid in mijn rol van Chief Medical Information Officer over de aansluiting van ICT in de zorg. Daar vielen mensen echt van hun stoel van verbazing, toen ik ze liet zien hoe omslachtig de systemen zijn voor de artsen en verpleegkundigen.”

Digitaal is steeds meer het nieuwe normaal. Is het de oplossing voor de tekorten in de zorg?

“Sommige mensen zeggen zelfs: ‘Het moet digitaal tenzij het niet anders kan.’ Maar technologie is wat mij betreft een middel, geen doel. Het is ook zeker niet zo dat technologie de zorg altijd goed­koper maakt, soms wordt het zelfs duurder. Het doel is het leveren van de beste zorg. Als je dat met digitalisering beter voor elkaar kunt krijgen, moet je het doen. Vanuit mijn hoogleraarschap ontwikkel en onderzoek ik medische apps en computerspellen. Soms vraagt een collega advies omdat hij een medische app wil ontwikkelen voor zijn patiënten. Maar een app is lang niet altijd de beste oplossing. Ik heb zelf ook weleens die fout gemaakt. Ik maakte een app waarmee je makkelijk de weg kon vinden in het ziekenhuis. Hartstikke handig dacht ik, en simpel te bedienen, maar geen succes. Mensen downloadden die app niet, maar bleven gewoon de weg vragen aan mensen met een witte jas in het ziekenhuis, want dat werkt natuurlijk ook. De Stoma App daarentegen, die ik heb ontwikkeld, wordt juist wel heel handig gevonden en ook veel gebruikt.”

Sommige ouderen hebben geen smartphone of snel wifi-netwerk in huis. Wat zou u hen adviseren?

“Ik denk eigenlijk dat dat nog maar voor weinig ouderen geldt. Maar als dat zo is: zorg dat je dan toegang krijgt! Vraag hulp aan vrienden, buren of kinderen. Denk niet te snel dat je iets niet kunt. Er is niets om bang voor te zijn. Ik denk dat je als je wil blijven meedoen, je je zaakjes op orde moet hebben. Een goede aansluiting zorgt er bovendien voor dat je lekker tv kan kijken en goed kan mailen en bellen. Het is een vorm van gemak.”

U bent zelf zeer actief op sociale media, zoals LinkedIn, Twitter en Instagram. Dankzij uw oproep kwam er extra aandacht voor de uitgestelde zorg en voor weggegooide restvaccins met het initiatief Prullenbakvaccin.nl.

“In het begin van de pandemie moest ik voor de derde keer een patiënt bellen om te zeggen dat haar operatie niet doorging. Iedereen snapt dat patiënten met bloedvaten die op knappen staan voorgaan. Maar als je door een slokdarmziekte als achalasie niet goed kunt eten, word je mager en kan het heel gevaarlijk worden. Ik zat ’s avonds op de bank en heb op LinkedIn geschreven: ‘Ik kan het niet meer uitleggen.’ Dat deed veel stof opwaaien. Het Parool kwam langs voor een groot interview. Die patiënt is vervolgens toch snel geopereerd, maar dat bracht wel een discussie teweeg. Hoe kunnen we die wachtlijsten wegwerken? Wie mag eerst en waarom?”

Tot slot: hoe zal de zorg er over vijf tot tien jaar uitzien? Gaat alles dan digitaal?

“Nee, ik denk dat het op grote lijnen hetzelfde zal zijn als nu. Wel zul je sneller een videoconsult krijgen in plaats van dat je zelf naar het ziekenhuis hoeft. De patiënt zal ook meer aan het roer staan. Bijvoorbeeld door zelf afspraken te kunnen verzetten. Ook zul je makkelijker de kamer in het ziekenhuis kunnen kiezen die je wil. Bijvoorbeeld dat je graag bij het raam of de deur wilt liggen of in een kamer alleen wilt liggen.”

Marlies Schijven (52) werkt in het Amsterdam UMC als chirurg met als aandachtsgebied de slokdarm, de maag en de ­galblaas. Daarnaast is zij hoog­leraar digitale zorg. Sinds maart 2020 adviseert zij het ministerie van Volksgezondheid op het gebied van technologie in de zorg. Marlies Schijven is zeer ­actief op sociale media en mede-initiatiefnemer van Prullenbakvaccin.nl. Ook heeft zij de ­Stoma App mede ontwikkeld.

Dit artikel verscheen eerder in Plus Magazine juni 2022. Abonnee worden van het blad? Dat doet u in een handomdraai!

Auteur 
Bron 
  • Plus Magazine