Te veel ademen
Je hebt het gevoel dat je te weinig zuurstof binnenkrijgt, het zweet breekt je uit. Hoe sneller je ademt, hoe erger het wordt. 'Ik krijg geen lucht, ik ga stikken', denk je in paniek. Herken je deze situatie? Dan heb je waarschijnlijk last van hyperventilatie. Spanningen en stress zijn vaak de achterliggende oorzaak.
Het is een ontzettend angstig gevoel: het idee dat je gaat stikken omdat je te weinig zuurstof binnenkrijgt. Sommige mensen denken aan een hartinfarct en raken daardoor nog meer in paniek.
Niet gevaarlijk
Toch is een hyperventilatie-aanval niet gevaarlijk. Meestal ben je er binnen tien minuten vanaf. Maar ja, dat is natuurlijk makkelijk gezegd. Tien minuten lijkt een eeuwigheid als je zo'n aanval hebt. Hier lees je in ieder geval meer over wat hyperventilatie is en wat je eraan kunt doen.
Als je hyperventilatie letterlijk vertaalt, is dat te veel ademen: 'hyper' is te veel en 'ventilatie' is ademen. Dat is dan ook precies wat er gebeurt bij een hyperventilatie-aanval. Je ademhaling slaat op hol.
Ademhalen doe je normaal gesproken zonder dat je erbij nadenkt. Je ademt zuurstof (O2) in en koolzuurgas (CO2) uit. Wat je ook doet, je ademhaling past zich aan. Zo adem je heel rustig en langzaam tijdens je slaap, omdat je dan minder zuurstof nodig hebt. Als je sport of een andere zware inspanning verricht, adem je sneller. Dan vraagt je lichaam namelijk om meer zuurstof.
Vervelende klachten
Bij hyperventilatie gebeurt er iets vreemds: je haalt steeds sneller adem, terwijl je die extra zuurstof niet nodig hebt. En dan krijg je al gauw last van allerlei vervelende klachten:
- kortademigheid en een benauwd gevoel
- duizeligheid
- slappe benen
- wazig zien
- zweten
- het idee dat je gaat flauwvallen
- een versnelde hartslag
- pijn in de borststreek
- een droge mond
- tintelingen in je armen en benen
- verkrampen
De boosdoener is meestal een tekort aan CO2. Je ademt immers in een razend tempo koolzuurgas uit. Te weinig CO2 zorgt ervoor dat de bloedvaten zich vernauwen en er minder bloed naar je hersenen gaat.
Daarbij komt er op zo'n moment minder zuurstof bij je organen en weefsels terecht. Recent is aangetoond dat mensen die voldoende CO2 hebben, ook kunnen hyperventileren. Wat dat betreft is er nog meer onderzoek nodig naar de precieze oorzaak van de klachten.
Chronische hyperventilatie
Behalve de hierboven beschreven aanvallen, bestaat er ook nog chronische hyperventilatie. Daarbij hyperventileer je eigenlijk continu, dag en nacht. Meestal heb je dat zelf niet eens in de gaten, omdat de symptomen minder hevig zijn dan bij een acute aanval.
Maar je houdt steeds last van vage klachten als vermoeidheid, een angstig gevoel, steken in je borst, concentratieproblemen en hoofd- en buikpijn. Het kan wel een tijdje duren voordat de juiste diagnose dan gesteld wordt.
Oorzaak: spanningen
Maar wat is nou de oorzaak van die gejaagde ademhaling? Het antwoord: spanningen, angst, stress, psychische druk en oververmoeidheid. Als je extreem gespannen bent, maakt je lichaam stresshormonen, zoals adrenaline, aan. Alsof je je voorbereidt op een zware inspanning dus. Daardoor ga je sneller ademen en verhoogt je hartslag. Met hyperventilatie als gevolg.
Denk maar eens aan de volgende situaties:
- Lang moeten wachten in een benauwde ruimte met veel mensen, terwijl je daar niet tegen kunt.
- Naar een begrafenis of een ziekenhuis moeten hoewel je dat doodeng vindt.
- Een periode van enorme stress, waardoor je al veel te lang op je tenen loopt.
- Een woede-uitbarsting of paniekaanval.
Als je een keer een hyperventilatie-aanval hebt gehad, ben je waarschijnlijk bang om dit nog een keer mee te maken. Juist door die angst neemt de kans op hyperventileren alleen maar toe.
En als de aanvallen steeds onder dezelfde omstandigheden komen, dan kan dit bovendien tot een fobie voor die bewuste plaats of situatie zorgen.
Eerste hulp
Het is lastig als je in paniek bent, maar uiteindelijk moet je letterlijk en figuurlijk weer op adem zien te komen. Om rustiger te kunnen ademen, is het nodig om te ontspannen. Dat kun je doen door in gedachten met je ademhaling mee te tellen: drie seconden om in te ademen, zes seconden om uit te ademen, enzovoorts.
Ademen in een zakje kan ook helpen. Als je die voor je neus en mond houdt, adem je de uitgeademde lucht opnieuw in. Doordat die lucht vol CO2 zit, verdwijnen de ergste klachten meestal snel. Je kunt ook een schelp vormen met je handen en daarin ademen.
Wat verder kan helpen, is gewoon even je adem inhouden. Je ademhaling past zich dan vanzelf weer aan. Of zorg voor afleiding, door tegen iemand te praten. Een liedje zingen kan ook. Tijdens het praten en zingen let je namelijk niet op je ademhaling.
Verdere behandeling
Als je vaker last hebt van hyperventilatie, is het slim om de dieperliggende oorzaken aan te pakken. Misschien heb je daarbij psychologische hulp nodig. Het is in ieder geval goed om eens bij te houden in welke situaties je last krijgt van paniekaanvallen.