Een nieuw gewricht is geen kleine ingreep

'Twee uur na de ingreep begint de revalidatie al'

artrose-knie
Getty Images

Wie een nieuwe knie of heup krijgt, heeft vaak minder pijn en is een stuk mobieler dan voorheen. De meeste mensen zijn ermee geholpen, aldus orthopedisch chirurg Guus Haeseker. “Maar een nieuw gewricht is geen kleine ingreep.”

Veel mensen krijgen last van artrose in hun heupen en knieën. Hoe komt dat?

“Bij artrose slijt het kraakbeen en dat heeft pijn en stijfheid tot gevolg. ­Artrose begint meestal met pijn in de aangedane gewrichten. Je merkt bijvoorbeeld dat het lastiger wordt om je veters te ­strikken. Of je knieën gaan tijdens het ­wandelen sneller opspelen. Na ­verloop van tijd ­ontstaat er soms ook nachtpijn. Doordat je in je slaap lang stilligt, verergeren de stijfheid en de pijn. Soms word je er zelfs wakker van en moet je even een rondje lopen om de pijn wat minder te laten worden.”

Wanneer ben je toe aan een nieuwe heup of knie?

“Als mensen zich met ­pijnklachten bij ons melden, maken we altijd een röntgenfoto om vast te stellen dat het daadwerkelijk om artrose gaat. Is dat het geval, dan gaan we niet direct over tot het vervangen van het gewricht. Zo’n ingreep vergt namelijk behoorlijk wat van een patiënt. Je kunt in het begin andere dingen doen om het gewricht te ontlasten, ­zoals overgewicht verminderen of de spieren rondom het gewricht versterken. Ook kun je af en toe een pijn­stiller of pijnstillende zalf gebruiken. Soms geeft de orthopeed een ­injectie in het gewricht tegen de pijn. Als de klachten na verloop van tijd erger worden en ze het ­dagelijks functioneren echt belemmeren, kan een vervangend gewricht een optie zijn.”

Kun je er te vroeg of te laat mee zijn?

“Er is niet echt een leeftijdsgrens voor een prothese. Het gaat er vooral om dat iemand fit genoeg is om de revalidatie aan te kunnen. Daar komt bij dat een prothese niet het eeuwige leven heeft. Een jonger iemand leeft heel anders dan ­iemand die al wat ouder is. Bij jonge mensen gaat een prothese daardoor vaak minder lang mee. Grofweg kun je zeggen dat de levensduur tussen de vijftien en twintig jaar is. Maar als je een kunstgewricht veel gebruikt, slijt het meer en kan het los gaan zitten. Je krijgt dan weer meer last en kunt minder goed ­bewegen. Soms opereren we dan een tweede keer, maar die ingreep is vaak veel complexer dan de eerste ­operatie. Er is dan namelijk minder bot over om de prothese aan te ­bevestigen. Daarom wachten we vaak zo lang mogelijk.”

Protheses plaatsen is de meest voorkomende operatie in het ziekenhuis

Hoe groot is de kans op een goed resultaat?

“Het plaatsen van een heup- of knieprothese is de meest voor­komende operatie in het ziekenhuis. Orthopedisch chirurgen zijn er zeer routineus in. De ingreep verloopt in de meeste gevallen dan ook ­succesvol. Je hoeft vaak niet meer dan een nachtje in het ziekenhuis te blijven. Twee uur na de ingreep begint de revalidatie al. De eerste zes weken loop je met krukken en start je onder begeleiding van een fysiotherapeut met oefeningen. Het is zaak om dit trouw te doen, zodat je zo goed ­mogelijk revalideert. Binnen drie tot zes maanden functioneren de meeste patiënten weer zoals voorheen. Veel mensen met een nieuwe heup vergeten het na verloop van tijd zelfs. Met een ­nieuwe knie is dat net wat anders. Het kniegewricht zit wat ingewikkelder in elkaar, waardoor het ­minder makkelijk na te maken is met een prothese. Je kunt het voelen knikken. En het kan ook wat ­dikker of warmer aanvoelen. De knie zit bovendien minder diep in het lichaam, waardoor je de ­prothese makkelijker voelt.”

Welke complicaties kunnen er ontstaan?

“We leggen altijd de voor- en nadelen van de verschillende ­behandelingen uit, zodat je als ­patiënt een realistisch beeld hebt. De meeste mensen zijn op de ­lange termijn echt geholpen met een prothese. Maar het loopt ook wel eens anders. Eén procent krijgt een infectie; dan moet je nog een keer geopereerd worden en krijg je medicatie. Ook kan er trombose ontstaan doordat je na een operatie minder mobiel bent. Dat wordt behandeld met bloedverdunners. Je kunt zelf wel dingen doen om complicaties te verminderen, zoals stoppen met roken.”

Komt iedereen in aanmerking voor een prothese?

“Nee. Als mensen meerdere aandoeningen hebben, zoals suikerziekte of als de nieren niet goed functioneren, dan is het vaak niet verstandig om zo’n ingrijpende operatie te ondergaan.”

Wat kan wel en wat niet met een prothese?

“Activiteiten die het kunstgewricht zwaar belasten geven een groter risico op complicaties. Je kunt met een kunstknie of -heup dus beter niet gaan skiën. Kies ­liever een minder belastende vorm van ­bewegen, zoals wandelen of ­zwemmen.”

Geven sommige protheses extra risico?

“Twintig jaar geleden werd de ­metaal-op-metaal prothese ­geïntroduceerd. De verwachting was dat dit erg slijtvast zou zijn en daardoor een langere levensduur zou hebben. Wereldwijd wordt bijgehouden hoe lang verschillende types protheses meegaan. Hierdoor zijn al veel protheses van minder goede kwaliteit uit de markt gehaald. Zo ook de metaal-op-metaal ­prothese. Uit onderzoek bleek dat bij veel ­patiënten metaalschaafsel vrijkwam. Dat zorgde voor zoveel problemen dat een hersteloperatie nodig was. Daarom plaatsen we die niet meer.”

Wat zijn de nieuwste trends?

“Er zijn goede ontwikkelingen waarbij een robot de chirurg kan helpen om de prothese nog perfecter te plaatsen. Verder wordt veel reclame ­gemaakt voor het plaatsen van een heupprothese vanaf de ­voorzijde van het lichaam. Dat zou spier­besparend zijn en beter zijn voor een sneller herstel. Maar in de praktijk maakt het niet uit, blijkt uit onderzoek. Daar komt bij dat het voor een behandeld arts niet handig is om veel ­verschillende ­methodes uit te moeten ­voeren. Naarmate je vaker dezelfde ­handeling doet, word je er beter in. Ook wordt er door producenten veel reclame gemaakt voor een scan voorafgaand aan een knievervanging. Vaak denkt de patiënt dat hij dan een prothese op maat krijgt, maar dat is niet zo. Alleen de malletjes waar de chirurg mee werkt, worden op maat gemaakt. Dat maakt ons werk makkelijker en sneller, maar voor de patiënt is er niet veel verschil.”

Door betere pijnstilling wordt de opnametijd steeds korter

Wat verwacht u voor de ­toekomst?

“De laatste jaren zijn grote stappen gezet op het gebied van pijnstilling en het verminderen van bloedingen tijdens de operatie. Hierdoor wordt de opnametijd steeds korter. Ik verwacht dat het in de toekomst zelfs een dagbehandeling zal zijn. Ook de voorbereiding op de operatie is tegenwoordig veel beter. Zo is er een app die je van dag tot dag vertelt wat je te wachten staat. Hierdoor verloopt de revalidatie ook voorspoediger. En dat maakt de kans op een succesvolle uitkomst een stuk groter.”

Guus Haeseker (51) is orthopedisch chirurg van het Isala, dat ­ziekenhuizen heeft in Meppel en ­Zwolle. Hij ­studeerde ­geneeskunde aan de Universiteit van Amsterdam. Het Isala doet veel wetenschappelijk onderzoek naar knie- en heupprotheses. Op dit moment loopt er onder ­andere een ­onderzoek naar hoe ­patiënten het best betrokken kunnen ­worden bij hun ­behandeling.

Dit artikel verscheen eerder in Plus Magazine februari 2024. Abonnee worden van het blad? Dat doe je in een handomdraai.

Bron 
  • Plus Magazine